Sinds 1402 werden de stadsprivileges bewaard in een koffer in het secreet van het belfort. De draak, die sinds 1377 op de toren staat, hield niet alleen de stad in de gaten, maar was ook de symbolische schattenbewaker van het belfort.

De Gentse Lakenhalle is een gebouw dat in de middeleeuwen als handels- en stapelplaats voor het laken gebruikt werd. Het is tegen de Belforttoren aangebouwd.

Politiezone Antwerpen heeft een politiemuseum op de twaalfde verdieping van de Oudaan. Je krijgt er een rondleiding doorheen de rijke geschiedenis van de Antwerpse politie van 1860 tot nu.

Dit museum stelt tal van pedagogische activiteiten voor die aangepast zijn aan het kleuter-, lager en secundair onderwijs. Het Museum voor Natuurwetenschappen is ook de perfect locatie voor een didactisch bezoek met het gezin.

In de gebouwen van het Motorcycle lofthotel "Groenedijk" worden ongeveer honderd motorfietsen, scooters en bromfietsen tentoongesteld.

Het kuipersmuseum opende zijn deuren op 12 februari 2010 als eerbetoon aan wijlen Achiel Bonami, kuiper in hart en nieren. Achiel leerde de stiel in de jaren vijftig van de vorige eeuw bij brouwerij Meiresonne in Gent. In 1958 begon hij zelf een kuiperij in de Legekouter in Nevele, waar nu het museum gevestigd is. 

Maak hier kennis met Kolonie 5-7! Het bezoekerscentrum vertelt het verhaal van de Wortel- en Merksplas-Kolonie. Wandel op eigen tempo doorheen deze voormalige Varkensstal van de Grote Hoeve in Merksplas. Bekijk de geanimeerde film over het ontstaan van de Koloniën van Weldadigheid, ontdek de persoonlijke verhalen van de landlopers die hier ooit verbleven .

Diamantslijpen – het begon allemaal in Brugge meer dan 500 jaar geleden. Ontdek hoe het diamantslijpen werd ontwikkeld door de Brugse goudsmid Lodewijk van Berquem, in de rijke periode van de hertogen van Bourgondië.

De facades in Vlaamse neo-renaissancestijl, in combinatie met het stalen geraamte van het interieur, maken van de Sint-Gorikshallen een opmerkelijke getuige van de architectuur van de overdekte markten. Het gebouw werd beschermd door het Brussels Gewest op 21 januari 1987.

Stel je voor: op een dag laat je alles achter, je sociale status, al je bezittingen, zelfs de kleren die je draagt en je begint een nieuw leven, een leven in armoede, ondergeschikt aan iedereen. Dat is precies wat Franciscus deed en daarom noemde hij zijn volgelingen de 'mindere' broeders. 

Door Living Tomorrow te bezoeken, krijg je een beeld van hoe wonen en werken er binnenkort uit kan zien. Een gezonde dosis fantasie en humor maken de zakelijke rondleiding wat losser en aangenamer. 

Waardevolle oude instrumenten zoals de hommel, doedelzak, draailier, klompviool, rommelpot, hakkebord, rinkelbom, diatonische accordeon en fijfer geven je al hun geheimen prijs in het Volksinstrumentenmuseum in Gooik. Tijdens een interactieve rondleiding geeft een echte muzikant  een uitgebreide demonstratie van de instrumenten.

Het IKOB functioneert als een discursief platform voor hedendaagse kunst met zijn multidisciplinaire en thematische tentoonstellingsprogramma en houdt zich bezig met kritische en sociaal-politieke kwesties, en probeert de kwestie van de grens te weerspiegelen.

Na zijn onafhankelijkheid was België een tijdlang in oorlog met Nederland en werden de landsgrenzen extra beschermd. In die context ontstond vlak bij de Nederlandse grens het kamp van Beverlo. Het zorgt tot op vandaag mee voor de bloei van Leopoldsburg. Het museum is ondergebracht in het oude militair hospitaal uit 1850 (vier grote ziekenzalen en een bijna 200 meter lange gang).

Op 20 minuten van Brussel heeft Folon, een groot Belgische kunstenaar, een 500-tal werken ondergebracht in de Hoeve van het Kasteel van Terhulpen. Vijftien tentoonstellingszalen presenteren zijn aquarellen, schilderijen, etsen, voorwerpen, beelden, affiches en illustraties. 

Wat is een Sanglochon? Vroeger noemde men hem "de zwarte", de wilde ... momenteel spreekt men soms ook over cochonglier (cochon = varken + sanglier= everzwijn). In Verlaine noemt men hem de sanglochon®.

Het huis van Gust De Smet is vrijwel volledig intact bewaard gebleven omdat de kunstenaar het wou schenken aan de gemeente, op voorwaarde het huis toegankelijk te maken voor het publiek en het de naam Museum Gust De Smet te verlenen. 

Het Gaspar Museum is ondergebracht in een statig burgerhuis uit het midden van de 19de eeuw. Jean Marie Gaspar is een bekende dierenbeeldhouwer. Eén van zijn bekendste werken is de Roep van het Hert dat in Aarlen op het Astridplein staat. 

Het Musée d'Art et Technique des Luminaires presenteert op didactische en chronologische wijze verlichtingsapparatuur die in de wereld werd gebruikt van de prehistorie tot de 21e eeuw. De evolutie van de verschillende manieren van verlichting wordt hier getoond.

De Lange Zaal is de monumentale tentoonstellingsruimte verbonden aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen. Naast thematische tentoonstellingen kunnen er ook solotentoonstellingen met werk van gereputeerde alumni plaatsvinden.

Verscholen achter de muren van het Sint-Victorinstituut toont het Meduceum (Medisch Educatief Museum) de rijke geschiedenis van de zorg voor de zieken. Ook de hele levensloop en de realisaties van dokter Paul Janssen ontvouwen zich achter deze muur. 

‘Hotel Taxandria’ is de naam van de nieuwe, permanente opstelling van het Taxandriamuseum. Het concept is niet lukraak gekozen. Het zestiende-eeuwse museumgebouw, het Huis metten thoren, werd vroeger bewoond door vooraanstaande families, en fungeerde vaak als gastenhuis voor koningen en edellieden.

In 1970 kocht de bank KBC het huis aan van de voormalige Antwerpse burgemeester en Rubens’ vriend Nicolaas Rockox (1560-1640) en liet het vervolgens restaureren in Vlaamse-renaissancestijl. In 2018 voegt KBC aan de reeks imposante huismusea in de stad, het Snijdershuis toe.

Dit Museum voor Schone Kunsten heeft een grote selectie Cobra-werken, Popart, installaties en andere beeldende kunst. Ook een oude collectie met Belgische en vooral Waalse werken uit de 15e tot 19e eeuw en prenten uit de periode tussen de twee wereldoorlogen.

Sinds 1985 heeft Heemkring Ter Palen onderdak in het Kasteel van Opdorp. Op zo'n 250 m2 tentoonstellingsruimte brengt het museum het verhaal van de evolutie van Buggenhout en het leven van hun voorouders.