De houten Dayak paalbeelden, meestal menselijke figuren, horen tot de klasse die de Dayak tempatong, empatong en hampatong noemen, woorden die voor hen in eerste instantie gewoon palen en/of snijwerk betekenen. Sommige hampatong zouden in de plaats zijn gekomen van vroeger gebruikelijke, maar nu verboden, slavenoffers bij een dodenfeest.