Een bos asperges en een aarden pot, tot ver boven de rand gevuld met aardbeien, beheersen samen het beeld. Niet stram naast elkaar, wel als gelijkwaardige partners. De asperges liggen vooraan in het volle licht. De pot met aardbeien, hoewel meer bescheiden in de donkerder achtergrond, staat rechtop en steekt zo boven de asperges uit. Dit statische tweetal wordt omrankt door de sierlijk bewegende curven van twijgen en bladeren, met aalbessen en kruisbessen eraan, die samen een driehoek beschrijven. Een vlinder verlevendigt de leegte van het vlak erboven.
Even sierlijk van lijn als de twijgen en bladeren zijn de krulletters van de signatuur en het jaartal onder de nis: 'A. Coorte; 1703'. Die naam is duidelijk, maar wij weten vrijwel niets van deze man, die de schilder van het stuk was. Wel kennen we zo'n tachtig in verwante trant geschilderde stillevens, die net zo met de naam 'A. Coorte', een enkele maal voluit met 'Adriaen Coorte' gesigneerd zijn. Van sommige hebben we alleen weet door vermeldingen in oude catalogi van schilderijenveilingen. De vroegste van deze vermeldingen komen opvallend veel voor in catalogi van verkopingen die in de 18de eeuw in Middelburg werden gehouden. Daarom is het waarschijnlijk dat de 'Coorde, fijnschilder', die in 1695 te Middelburg in een archiefdocument genoemd wordt, onze schilder was en dat hij in Zeeland gewoond heeft. Hij werkte zo ongeveer tussen de jaren 1683 en 1707: dat zijn het vroegste en het laatste jaartal, die voorkomen op zijn schilderijen. Die jaartallen maken duidelijk dat Coorte's schilderij toch weer niet zo doodgewoon is als men na het voorgaande zou kunnen denken. In die periode valt zijn stuk heel erg uit de toon. De stillevenschilders die zijn tijdgenoten waren maakten geen doeken die zo simpel van opzet zijn. Zij plachten juist met zeer rijke, overdadige composities te werken. Zij vulden het hele vlak, haast opdringerig, met grote bossen bloemen. Of zij beoogden een effect van weelde door kostbare voorwerpen achter en boven elkaar te stapelen. Altijd zijn hun stukken vol leven en beweging en wij kunnen er zo de rijke en volle pracht in zien, die de nabloei was van het barokke Hollandse stilleven, dat zich vanaf ca. 1650 had ontwikkeld.