Hoewel er verschillende raakpunten zijn met de gebruikelijke voorstellingen, kon de bron van deze interessante, maar wat vreemde allegorie nog niet worden achterhaald. Van hetzelfde onderwerp zijn, zover wij konden nagaan, slechts twee andere voorbeelden bekend, beide eveneens behorend tot de Antwerpse school, maar vroeger te dateren. Mogelijk werden ze rechtstreeks door Abraham Janssens nagevolgd. Een zeer verwante uitbeelding, waarop wij dezelfde personages herkennen en ook dezelfde achtergrond-tafereeltjes, wordt toegeschreven aan Jacob de Backer. De compositie moet enige populariteit genoten hebben, want ze is in een aantal versies bewaard (Ermitage te Leningrad, Joanneum te Graz, en New Yorkse kunsthandel). Het tweede voorbeeld, een tekening toegeschreven aan Adam van Noort (in Londens privé-bezit), toont een variant met meer uitgesproken religieus karakter. Patientia houdt een kruis in de hand en op de achtergrond ontwaart men een kerkgaande menigte.
In het schilderij van 1609, dat hier wordt beproken, komen de grote picturale kwaliteiten van Abraham Janssens tot uiting. Op een zeer persoonlijke manier ontleent hij elementen aan drie verschillende stijlrichtingen, het 16de-eeuws maniërisme, de kunst van Caravaggio en het classicisme, en verwerkt ze tot een eigen stijl waarin het decoratieve karakter overweegt.
Nog aansluitend bij het maniërisme is niet alleen het ingewikkeld allegorisch onderwerp, maar zijn ook de gezochte houdingen van de personages. Op wat artificiële wijze zijn ze tot een geometrische figuur samengebracht, die op de voorgrond geschoven is en de ruimte vult. Andere reminiscenties aan deze stijlrichting zijn de ingewikkelde versierende details en het lichtspel over de grillig gebroken vlakken van de draperingen.
De vernieuwende kenmerken zijn echter belangrijker en hebben het overwicht. Ook zij staan ten dienste van het decoratieve. In Italië had Abraham Janssens werken gezien van Caravaggio en hij was bij de eersten om in het Noorden elementen van deze kunst over te nemen en te verwerken. Deze beïnvloeding uit zich in de grote plasticiteit van de vormen - de figuren zijn als beelden gemodelleerd -, en een sterk licht-donker contrast met gebruik van slagschaduwen.