Helden in harnas

Ridderverhalen - Van Karel ende Elegast tot Don Quichot

Iedereen kent ridderverhalen over Karel de Grote en koning Arthur. Waarom spreken die verhalen vandaag nog tot de verbeelding?

De eerste middeleeuwse ridderverhalen in de volkstaal werden in de twaalfde eeuw opgetekend in handschriften. Toen rond 1450 de boekdrukkunst haar intrede deed in Europa, werden sommige hiervan op de drukpers gelegd. Er verschenen ook nieuwe ridderverhalen. De avonturen van deze middeleeuwse Helden in harnas blijven tot op de dag van vandaag tot de verbeelding spreken: heldhaftige avonturen, zwaardgevechten, magiërs, draken en hoofse liefde.

In de expo Helden in harnas staan gedrukte ridderverhalen uit de vijftiende en zestiende eeuw centraal. Ridderromans uit binnen- en buitenland keren terug naar de plek waar ze oorspronkelijk gedrukt zijn: Antwerpen. De Scheldestad was in de zestiende eeuw hèt centrum van de boekdrukkunst in de Nederlanden en had een afzetmarkt over heel Europa. In recente jaren heeft de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience vijf van deze bijzondere ridderromans aan haar collectie toegevoegd.

We maken kennis met de verhaalstoffen uit deze bijzondere periode en met hun ‘Europese’ karakter. Halverwege bieden we een inkijkje in de verteltechnieken en -structuren van deze verhalen, om vervolgens stil te staan bij de verschillende vormen die ridderromans in de zestiende eeuw gingen aannemen. Tot slot vragen we ons af: hoe komt het dat we sommige ridderverhalen nog kennen, terwijl we andere zijn vergeten?

Ridders roepen bij jong en oud beelden op van heldhaftige avonturen, zwaardgevechten, magiërs, draken en hoofse liefde. De immense populariteit van de televisieserie Game of Thrones en de filmtrilogie The Lord of the Rings bewijst dat helden in harnas nog altijd tot de verbeelding spreken. Dichter bij huis hebben we de stripreeks De Rode Ridder, Tonke Dragts bekroonde jeugdboek De brief voor de koning (1962) en rekken vol kinderspeelgoed dat op de riddertijd gebaseerd is. En vergeet niet: ook Hendrik Consciences Leeuw van Vlaenderen (1838) is een ridderverhaal. De dertiende-eeuwse ridderroman Karel ende Elegast doet ons dan weer terugdenken aan de schoolbanken en een (hopelijk) bevlogen leerkracht Nederlands. 

Uit lang vervlogen tijden 

De grote bloeitijd van de ridders ligt echter al meer dan vijfhonderd jaar achter ons. Hoe komt het dat deze middeleeuwse figuren nog steeds tot de verbeelding spreken? Die vraag staat centraal in de tentoonstelling Helden in harnas. Daarbij focussen we op een scharnierpunt in de Europese literatuurgeschiedenis: de zestiende eeuw. In die periode zorgde de verspreiding van de boekdrukkunst voor grote veranderingen in de manier waarop mensen omgingen met literatuur. Middeleeuwse verhalen werden gecommercialiseerd en aangepast. Tegelijkertijd betekende het einde van de zestiende eeuw het einde van de ridderroman. In 1605 publiceerde Cervantes zijn parodie over de dolende ridder Don Quichot. Het boek wordt soms beschouwd als de laatste Europese ridderroman – of als de eerste moderne roman (Harold Bloom). 

Of toch niet? 

Middeleeuwse literatuur kan ons helpen om moderne verhalen beter te begrijpen. Zo doet de episodische vertelstructuur van ridderromans denken aan die van een soapserie, terwijl moderne verhalen doorgaans een veel compactere verhaalboog hebben. Ook fenomenen als spin-offs, cross-overs, sequels en prequels komen in de ridderepiek met de regelmaat van de klok voor. 

Tentoonstellingen in hetzelfde museum