In Sea Through Skin onderzoekt kunstenaar Bianca Baldi (ZA, 1985) het complexe fenomeen van white passing. Zich voordoen (al dan niet gedwongen) als iemand van een andere raciale groep, werd ook wel playing white genoemd in de Zuid-Afrikaanse volksmond. Het vermogen om ‘te doen alsof je wit bent’ hangt af van iemands nabijheid tot witheid en werd sterk bepaald door koloniale hiërarchieën van zichtbaarheid. Via haar beeldend werk reflecteert Baldi op de manieren waarop identiteit, perceptie en macht beïnvloeden hoe we zien en gezien worden.
De zee loopt als een stille onderstroom door de tentoonstelling. Ze roept beelden op van fluïditeit, diepte en verzet van een kracht die zich niet laat intomen of begrenzen. Voor Baldi is de oceaan zowel een metafoor als herinnering,verbonden met haar moedersangst voor water, geworteld in jeugdtrauma en& de raciaal gesegregeerde stranden van het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime. In die periode werd zelfs de kustlijn opgedeeld op basis van ras.
De zeekat staat centraal in de tentoonstelling: een inktvis die voortdurend van kleur, textuur en vorm verandert om zich aan te passen aan zijn omgeving. De zeekat wordt zo een symbool voor camouflage en veranderlijke identiteit. Voor Baldi biedt het dier een manier om passing te benaderen –niet alleen als overlevingsstrategie, maar ook als een kritische reflectie op de visuele codes waarmee we identiteit bepalen. Dit project begon bij een ontdekking in haar eigen familiegeschiedenis over de complexiteit en gevolgen van raciale classificatie onder apartheid. Deze confrontatie gaf de aanzet tot jarenlang artistiek onderzoek.
Met verwijzingen naar populaire cultuur, literatuur en historische contexten nodigt Baldi’s werk ons uit om stil te staan bij hoe we elkaar waarnemen, benoemen en categoriseren. In Sea Through Skin brengt ze film, textiel, glas, fotografie, tekeningen en installaties samen om naar identiteit te kijken als iets dat niet vastligt, maar steeds verschuift. Gevormd door geschiedenis, context en uiterlijk.