Na Gaspar de Crayer in Cassel en Gent en Michaelina Wautier in Antwerpen, wordt dit jaar opnieuw een barokke schilder van onder het stof gehaald. Sabine van Sprang (Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel) richt in BOZAR de spots op Theodoor van Loon, die zijn kunst bijna exclusief in dienst stelde van de strijdende katholieke Kerk.

Van Loon en Rome

Theodoor van Loon, Tenhemelopneming, 1622, olieverf op doek,  Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel

Theodoor van Loon, Tenhemelopneming, 1622, olieverf op doek, 356 x 237 cm,  Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel

In 1602 woont Theodoor van Loon (ca.1582-1649) in Rome in een huis aan de Via di Ripetta. Hij is jong en zoekend. Vlakbij, in de kerk van Santa Maria del Popolo, worden rond die tijd in de Cerasi-kapel twee werken geïnstalleerd van Michelangelo Merisi da Caravaggio (1571-1610) en één van Annibale Carracci (1560-1609): Kruisiging van Petrus en Bekering van Paulus en Carracci’s Tenhemelopneming van Maria. De twee belangrijkste Italiaanse schilders van dat moment samen in één kleine ruimte, twee visies die de barokke schilderkunst zouden bepalen. Die krachtmeting is exemplarisch voor het artistiek debat begin 1600 in Rome. Het zou Van Loons traject ten diepste beïnvloeden.

Weinig mensen worden niet gepakt door de gebalde composities van Caravaggio, nadat het licht aanfloept in de Cerasikapel zodra iemand een muntje in de automaat heeft geworpen. Tegenover het brute naturalisme van de Lombard zet Carracci een abstracter beeld neer overgoten met mystiek licht en kleur en figuren die te groot lijken voor het beeldvlak. Laten we wel wezen, niemand schildert zoals Caravaggio. De directheid en rauwe emotionaliteit. Zijn neus voor uitgekiende composities en gedurfd perspectief. De reductie van het verhalend aspect en het aantal personages, de claustrofobische setting. Met een minimum aan picturale middelen mensen bij de keel grijpen. Als een demagoog van het beeld bespeelde hij het gevoel van de mensen, toen en nu. Toen, in contrareformatorische tijden, was het doel van de religieuze schilder om mensen te bekeren tot het enig ware geloof. Theodoor van Loon, een religieuze schilder pur sang, zou dat zijn hele leven betrachten.

Van Loon wordt traditioneel als een caravaggist getypeerd, maar in feite leende hij slechts enkele aspecten uit het werk van de revolutionaire meester. Van Loons invloeden zijn behoorlijk talrijk, passend bij een man met persoonlijkheid. Het clair-obscur, de sculpturale personages en de barokke regie zijn caravaggistische trekken, maar zijn kunst is geraffineerder, verhevener, minder in de aardse materie geworteld. Zijn vaak grote schilderijen zijn kleurrijker dan die van Caravaggio, aanleunend bij Carracci. Maar ook aspecten van de kunst van uiteenlopende schilders als Jacopo Bassano, Federico Barocci, Orazio Borgianni, Carlo Saraceni of Domenichino schemeren door in de esthetica van Van Loon.

Bekeringsijver

Van Loon wordt in 1582 geboren in Erkelenz, toen gelegen in Spaans Gelderland, wat nu het huidige Duitsland is. Veel over zijn leven blijft onduidelijk. Hij zou nooit getrouwd zijn en had geen kinderen. Over zijn opleiding en eerste werken weten we hoegenaamd niets. Hij vestigt zich in Brussel en blijft er wonen en werken tot hij later in zijn carrière naar Leuven trekt. Na zijn eerste verblijf in Rome is hij rond 1612, mogelijk vroeger, terug in Brussel, maar de Eeuwige Stad zou hem nooit echt loslaten. Hij keert nog driemaal terug. Vanaf 1613 krijgt Van Loon via architect en hofkunstenaar Wenzel Coebergher (1556/61-1634) schilderopdrachten in onderaanneming voor bouwprojecten die Coebergher uitvoert voor de aartshertogen Albrecht en Isabella.

Met veel gevoel voor naturalisme schilderde hij op gecondenseerde wijze de omgeving van de plaats van het tafereel.
Theodoor van Loon, De bekering van de heilige Hubertus, 1619-1620, olieverf op doek, Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel

Theodoor van Loon, De bekering van de heilige Hubertus, 1619-1620, olieverf op doek, 278 x 199cm Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel

Aan het Brusselse hertogelijke hof is men tevreden van Van Loons werk. Hij wordt rond 1619-1620 gevraagd om drie schilderijen te maken voor de door Coebergher ontworpen Hubertuskapel in Tervuren. En hoewel de opdracht nog via Coebergher verloopt, wordt zijn naam voor het eerst in de financiële afschriften opgenomen. Dat feit en de vaststelling dat het honorarium veel hoger ligt dan bij vorige opdrachten toont aan dat zijn renommee gevoelig is toegenomen. Dat de hertogen de oude houten Hubertuskapel lieten vervangen door een nieuw gebouw in baksteen met aangepaste iconografie is te verklaren door hun zeer persoonlijke Hubertusverering. In de kapel werd een jachthoorn, zijn meest karakteristieke attribuut, als reliek bewaard. Het feit dat de heiligman bekeerd werd en later zelf ongelovigen bekeerde paste in de contrareformatorische geest van de landvoogden.

In drie grote schilderijen verhaalt Van Loon passages uit het leven van de heilige Hubertus, die volgens de overlevering overleed in Tervuren. Bijzonder knap is De bekering van de heilige Hubertus. Tijdens een jacht op Goede Vrijdag wou Hubertus een hert doden, maar als bij wonder verscheen tussen zijn gewei de gekruisigde Jezus. Van Loon heeft dit visioen met de nodige grandeur behandeld. Een indrukwekkend mannetje edelhert torent uit boven de knielende jager en zijn jachthonden. Met veel gevoel voor naturalisme schilderde hij op gecondenseerde wijze de omgeving van de plaats van het tafereel. Hoewel zeker niet identiek doet de positie van het paard met zijn achterste naar de toeschouwer gericht denken aan Caravaggio’s paard in De bekering van Paulus in de Cerasi-kapel. Ook het beperkt aantal personages en de zoektocht naar maximaal effect wijzen in diens richting. Door het theatrale licht is er bij Caravaggio vaak geen achtergrond, waardoor een beklemmende, bezwerende ambiance ontstaat die de gelovige vol raakt. Hoewel er een achtergrondlandschap bij Van Loon te zien is, is de compositie zo opgebouwd dat niets afleidt van de kern.

Kloeke beelden

Van Loons magnum opus is zonder twijfel het ensemble van zeven retabels voor de zijaltaren en het hoofdaltaar (1616-1627) van Coeberghers Onze-Lieve-Vrouwe-kerk in Scherpenheuvel. De zevenhoekige bedevaartskerk is het toppunt van de Mariaverering van Albrecht en Isabella. Het is zonder meer tekenend dat Van Loon wordt gekozen om dat theater van de combattieve rooms-katholieke Kerk te verfraaien met plechtige beeldtaal. Het doet zijn roem zeker nog stijgen. Het respect waarmee de schilder wordt behandeld blijkt ook uit Antoon van Dycks keuze om zijn portret op te nemen in de prestigieuze prentreeks Icones principum virorum (ca. 1626-1633), een verzameling portretten van belangrijke figuren uit die tijd. Eveneens opmerkelijk is Van Loons derde verblijf in Rome in 1628. De oratorianen geven hem relieken van hun stichter Filippus Neri om ze over te brengen naar de kerk in Scherpenheuvel, een niet-alledaagse taak voor een schilder.

Theodoor van Loon, De aanbidding der herders (modello), 1630-1640, olieverf op doek,

Theodoor van Loon, De aanbidding der herders (modello), 1630-1640, olieverf op doek, 60,7 x 41,9 cm Musée du Louvre, Parij

Tot wat Van Loon in staat is, blijkt uit een modello (Musée du Louvre, Parijs), of voorbereidende olieverfschets, met de Aanbidding der herders voor een verloren gegaan schilderij. Lichtstralen tjokvol wemelende engelen dalen neer op de aardse scène vanuit de rechter diagonaal van het schilderij. De vele figuren verlenen een levendigheid aan het tafereel zonder echt de aandacht af te leiden van Maria en het kind Jezus. Van Loon kiest soms voor een wervelend element, maar blijft altijd wat onderkoeld. Het barokke pathos van het werk van Rubens van na 1620 heeft hem nooit gelegen.

De eerbied voor Van Loon is groot, maar al te snel lijkt het momentum over. Na 1622 nemen de opdrachten af. Hij past zijn stijl aan: soepeler vormen, vlottere compositie, helderder kleuren, minder precieze toets en meer personages. De figuren blijven kloek en plastisch gemodelleerd, maar dat is ook uit noodzaak omdat zijn schilderijen vaak hoog in kerken hingen en slecht verlicht werden. Enige overdrijving en een brede penseelvoering waren noodzakelijk. De aanpassing van zijn stijl is mogelijk een reactie op het succes van Rubens, maar het creatieve vuur lijkt helaas stilletjes gedoofd te zijn. Meer en meer herhaalt hij zichzelf en recycleert bestaande composities.

In februari 1649 overlijdt de schilder in Maastricht en wordt er begraven in het klooster van de dominicanen. Hij woonde op dat moment bij Anna van Aken, de weduwe van de voormalige burgemeester van de stad. Zij krijgt de helft van zijn bezittingen. Het andere deel schonk de vrome en bemiddelde Van Loon aan religieuze ordes.

Tentoonstelling

Theodoor van Loon. Een caravaggist tussen Rome en Brussel. Een coproductie van BOZAR en de Koninklijke Musea voor schone Kunsten van België – Van 10 oktober 2018 t.e.m. 13 januari 2019 - Open: dinsdag t.e.m. zondag van 10 tot 18 uur (donderdag open tot 21 uur), Gesloten: maandag - BOZAR/Paleis voor Schone Kunsten – Ravensteinstraat 23, 1000 Brussel - T 02 507 82 00

Download hier de pdf

Theodoor van Loon - Uitverkoren schilder van kerken en kloosters