Renato Nicolodi wil architectuur maken die je aantrekt en die je toch niet goed kan plaatsen. Zijn sculpturen en ontwerpen zijn niet echt bedoeld om te worden gerealiseerd. Het zijn eerder plekken om te reflecteren.

Renato Nicolodi, Purgatorium I, 2008, acryl op papier, 122 x 122 cm

Purgatorium I, 2008, acryl op papier, 122 x 122 cm

De verhalen van grootvader Alessandro

Renato Nicolodi woont in een dorp in het Pajottenland. Op het moment van mijn bezoek is het huis een halve bouwwerf. Het atelier is er al en er zijn werken gestockeerd. Maar de kunstenaar woont met vrouw en kroost nog in het huis ernaast. Renato Nicolodi is in Anderlecht geboren in 1980 en heeft duidelijk Italiaanse roots. Hij is gefascineerd door zijn grootvader Alessandro, die als buitenechtelijk kind werd geboren in de nu autonome regio Trentino-Südtirol. Alessandro’s vader was een industrieel die wel zijn naam aan het kind gaf, maar verder uit het leven van de jongen verdween. Alessandro groeide op in het domein van het kasteel van Brunico waar zijn grootmoeder dienstmeid was. Op een dag in de winter was zijn moeder ziek en werd met paard en kar naar het hospitaal gevoerd. Onderweg voelde ze zich beter en sprong van de kar om terug naar huis te gaan. Daar kwam ze nooit aan en haar lichaam werd pas na de winter, toen de dooi was ingetreden, teruggevonden. De grootmoeder van Alessandro werd gevraagd om het lijk te identificeren, zij was slecht te been en stuurde Alessandro naar het dodenhuisje. De jongen was dan ongeveer zestien jaar. Hij herkende zijn moeder slechts aan haar kleren en een halsketting.

Als hij negentien was, brak de Tweede Wereldoorlog uit. Alessandro sprak zowel Italiaans als Duits en werd tolk in het Italiaanse leger van Mussolini. Wanneer Italië in 1943 de zijde van de geallieerden koos, namen de Duitsers hem krijgsgevangen en stuurden hem op werkkamp in Frankrijk. Toen het Duitse leger zich via België terugtrok, wilden ze Alessandro liquideren. Hij kon op het nippertje ontsnappen en heeft zich dan verder in het verzet verdienstelijk gemaakt. Hij is later gehuwd met een Française en heeft langdurig gezocht naar sporen van zijn vader door regelmatig begraafplaatsen in Italië af te speuren.

In zijn jeugd hoorde Renato al deze verhalen. Hij was er zo door aangesproken dat hij ze al vanaf zijn twaalfde is beginnen opnemen op cassettes. Zo beschikt hij over een schat aan familiegetuigenissen. Op de schoorsteen staat een reeks foto’s van familieleden, het is een kleine, persoonlijke dodencultus. Ook de dood is een thema in zijn leven. Hij verwijst naar de broer van zijn moeder die hij heeft zien aftakelen en dan dank zij euthanasie vredig heeft zien heengaan. Een heel mooi en diepgaand afscheid dat hem bijblijft.

Vol vuur vertelt de kunstenaar dat hij tijdens een vakantie in Bretagne de talrijke bunkers die hij daar zag zich als het ware kon toe-eigenen vanuit de verhalen van zijn grootvader. Die verhalen zijn voor hem essentieel en verklaren voor een stuk zijn demarche, ze speelden zich heel dikwijls in bunkers af. Tussendoor toont hij ook een boek van Paul Virilio dat hem nauw aan het hart ligt: Bunker Archéologie. Virilio (°1932) werd geboren aan de Bretoense kust en heeft de Tweede Wereldoorlog sterk beleefd. Zijn boek heeft op Renato een diepe indruk gemaakt. 

Renato Nicolodi,  De Profundis, 2012, hout, Panopticon I, 2006, polyrethaan, hout en cement, 

Boven: De Profundis, 2012, hout, 660 x 700 x 900 cm, façade, 2012, Middelburg @ Renato Nicolodi

Links: @ Saskia Vanderstichele

Rechts onder: Panopticon I, 2006, polyrethaan, hout en cement, 500 x 500 x 160 cm. Persévérance, 2006, godshuis Sint-Laureins @ Renato Nicolodi

Archetypische architectuur

Het werk van Renato Nicolodi bestaat voornamelijk uit maquettes en tekeningen van monumentale bouwwerken. Ze doen onwillekeurig denken aan de utopische architectuur van Claude-Nicolas Ledoux (1736-1806) en Etienne-Louis Boullée (1728-1799), maar evenzeer aan de fascistische architectuur ten tijde van Mussolini. Giovanni Battista Piranesi (1720-1778) en Giorgio de Chirico (1888-1978) zijn namen die je te binnen vallen. Maar ook wat verder terug, Andrea di Pietro della Gondola (1508-1580), gemeenzaam bekend als Palladio, laat in zijn werk sporen na en dat is helemaal niet verwonderlijk. Nicolodi: “Ik maak gebruik van archetypische architectuur die eigenlijk van alle tijden is. Ze is gebouwd vanuit een zekere typologie en ideologie, maar die architectuur blijft op een verschillende wijze geïnterpreteerd worden in de voortgang van de tijd. Het is niet mijn bedoeling om fascistische architectuur te maken, maar ik wil wel architectuur maken waar je als toeschouwer door aangetrokken wordt en die je toch niet goed kan plaatsen. Het is voor mij een persoonlijke zoektocht, maar het werk zelf blijft universeel. Door de titel mee te geven, kan ik de toeschouwer de richting aangeven die het werk impliceert.” Hij speelt met de architectuur van de macht, een architectuur die niet altijd de lading dekt maar wil imponeren.

Nicolodi’s werk gaat ook “over leegte, over een subjectieve ruimte die alles kan omvatten.” Hij verwijst graag naar een uitspraak van Johannes Késenne die zegt dat “een melancholicus iemand is die een lege doos koestert.” Net zoals het oeuvre van Etienne-Louis Boullée nooit effectief is gebouwd en enkel op papier bestaat, zijn vele sculpturen en ontwerpen van Renato Nicolodi niet echt bedoeld om als architectuur te worden gerealiseerd. Ook de sculpturen kunnen als schetsen, als ontwerpen gezien worden die niet noodzakelijk op ‘ware grootte’ dienen uitgevoerd. Zelfs op schaal 1/1 blijven het sculpturen. Ze zijn veeleer een locus om bij te reflecteren. Ze zetten de kijker aan om te fantaseren, om de schoonheid te proeven en er in gedachten in rond te dwalen. De werken zijn meer dan schone schijn, ze tonen ook de reflectie van de kunstenaar over zijn omgeving, gaan de dialoog aan met die omgeving, leggen nieuwe betekenissen vast.

De modellen van Nicolodi mijden elke vorm van anekdotiek, ze zijn van een grote puurheid en hebben anderzijds iets onwezenlijks. Zijn ruimtelijke ontwerpen zijn gebaseerd op een mathematisch geordend rasterpatroon. Hij maakt gebruik van sterk georganiseerde geometrische lichamen zoals kubus en piramide en houdt niet echt rekening met de menselijke maat zoals een ‘echte’ architect dat zou doen. Denken we maar aan de modulor van Le Corbusier of aan de man van Vitruvius die door Leonardo da Vinci werd getekend volgens verhoudingen van de gulden snede.

Esthetisch en mysterieus

In de tentoonstelling Persévérance (2006) in het megalomane Godshuis in Sint-Laureins creëerde Nicolodi Panopticon I. Het werk verwijst naar de gevangenis zoals die door Engelse filosoof Jeremy Bentham (1748-1832) werd uitgedacht. Het is het gebouw met de centrale uitkijkpost van waaruit de bewakers alles in het oog kunnen houden zonder dat gevangen kunnen zien dat ze bekeken worden. Big Brother in de achttiende eeuw. Nicolodi plaatst zijn sculptuur in de voormalige kapel van het Godshuis onder het alziend oog van God zelve.

Zes jaar later realiseerde hij voor het project Façade in Middelburg het grootschalige De ProfundisFaçade stelt vragen over authenticiteit en wil kunstenaars laten inspelen op diverse sites in de stad. Vele pittoreske gebouwen zijn helemaal niet authentiek maar het resultaat van de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. De Profundis was een tijdelijke installatie of sculptuur opgetrokken langs een vestingwal van de Zeeuwse hoofdplaats. Vanaf de overkant of vanop de nabije brug gezien kwam het als indrukwekkend over, als iets dat macht en afweer suggereerde, helemaal aansluitend bij datgene waarvoor de vesten vroeger dienden. Vanaf de stad, vanop de veste zelf bekeken, bood het eerder beschutting, begrensde het de ruimte en gaf het een podium, ook letterlijk, voor performance en dies meer. De titel van het werk De Profundis verwijst naar de psalm 130 (‘Uit de diepten roep ik, Heer’) die veelal gezongen wordt in katholieke begrafenisdiensten. De titel voor de sculptuur verwijst in Middelburg naar de kleine, Joodse begraafplaats die in de onmiddellijke buurt gelegen is.

Renato heeft een hele evolutie afgelegd als je weet dat hij een schildersopleiding heeft gevolgd aan Sint-Lukas Brussel waar hij in 2003 afstudeerde. Hij werd daar al opgemerkt met zijn betonnen schilderijen die eigenlijk afgietsels van bunkerwanden waren. Hij had hiervoor bunkers gekozen die tijdens de Tweede Wereldoorlog deel uitmaakten van de Atlantikwall. Hij gaf als titel de lengte- en breedtegraad, samen met een plaatsaanduiding. Het maken van de afgietsels liep niet altijd van een leien dakje, zo werd hij door de Nederlandse politie opgepakt omdat hij zich op militair terrein bevond. 

Renato Nicolodi, Antrum III, 2003, cement en hout, Iconostasis I, 2013, eikenhout,

Links: @ Saskia Vanderstichele

Rechts boven: Antrum III, 2003, cement en hout, 630 x 506 x 345 cm. Vivier, 2003, Turn & Taxis Brussel @ Renato Nicolodi

Rechts onder: Iconostasis I, 2013, eikenhout, 51 x 194 x 249 cm, 2013, paviljoen 0, Palazzo Donna, Venetië @ Renato Nicolodi

Als afstudeerproject presenteerde hij in Thurn en Taxis een bunker van zes op vijf meter en met een hoogte van bijna drie en een halve meter. De Antrum III is in elk geval imponerend, maar ook esthetisch en mysterieus. Door het formaat wordt de bezoeker geïntrigeerd en aangezogen om te ontdekken wat hierin verborgen kan zijn. Enkel de voorgevel laat een toegang zien binnen een gradueel vergrotende omkadering die het geheel een onweerlegbare monumentaliteit verschaft. 

Nicolodi ontpopt zich hier tot de maker van in wezen nutteloze bouwwerken in die zin dat ze geen echt andere functie hebben dan het strelen van de zinnen. Hij schrijft zich hiermee in de grote traditie van de follies zoals die in de vorstelijke en adellijke tuinen hun intrede deden. Sommige van die bouwwerken hadden wel degelijk een functie (badhuis, stoomcentrale, ontmoetingsplek) maar waren er toch in de eerste plaats voor het esthetisch genot.

Na zijn studies aan Sint-Lukas Brussel werd Nicolodi toegelaten aan het HISK waar hij in 2007 laureaat werd. Hij heeft lange tijd zijn modellen bijna exclusief in beton gemaakt. Nu experimenteert hij ook met andere materialen. Iconostasis I is gemaakt uit massieve eik. Deze sculptuur was in Venetië te zien in Pavilion 0, een tentoonstelling in het Palazzo Doná. Ook bij de vorige Biënnale was er werk van hem in de Dogenstad, met name in de tentoonstelling die Axel Vervoordt daar telkens in het Museo Fortuny organiseert. Het werk van Renato Nicolodi heeft dus al duidelijk zijn weg gevonden naar privéverzamelingen waarvan de eigenaars niet enkel zijn sculpturen maar ook zijn bijzondere tekeningen in acryl en zijn lambdaprints weten te waarderen. We kijken uit naar blijvend werk van hem in de openbare ruimte, zijn tijdelijke sculpturen en installaties laten zien dat hij het aankan.

Tentoonstelling

Wonen in Utopia’, Galerie LUMC, Leiden (NL), tot 17 november 2013 - Young International Artists, Kunstbeurs in Le Marais, Parijs, van 23 tot 27 oktober 2013 - Expo Renato Nicolodi, in het kader van 40 jaar Westrand, Dilbeek, van 7 februari tot 2 maart 2014 - Provinciaal Domein Dommelhof, Neerpelt, van 8 maart tot 26 april 2014

Download hier de pdf

Renato Nicolodi - Architectuur en de artistieke vrijheid van de kunstenaar