Pijn

redactie

In een tijd van wellness en lifestyle durft het Museum Dr. Guislain in Gent het aan om het begrip pijn en pijnbestrijding in zijn cultureel-historische context te plaatsen. Dat levert een verdraaid knap en ontroerend kijkstuk op.

Pijn houdt ons behoorlijk bezig, pijn pikkelt onze emotie en voedt ons denken. Meer dan twee miljoen Belgen zouden lijden aan chronische pijn. Dat is één op vijf Belgen. Waar of niet, pijn is wel degelijk in ons midden. De tentoonstelling Pijn verloopt via twee lussen. 'Pijn is niet plezant' toont pijn vanuit de optiek van de lijder. Zo laat het fotografische werk van Elke Boon onverbloemd het lijden van jonge mensen zien. De verhalen achter deze beelden zijn ronduit beklijvend. In het tweede deel 'Troost doet deugd' zien we hoe buitenstaanders met pijn omgaan, van medelijden voelen en troosten, tot voyeurisme, sadisme en foltering. Pijn als spektakel: een 'tandarts' op een kermis temidden van drommen toeschouwers. We zien een stervende aids-patiënt gefotografeerd als gaat het om een tafereel uit het leven van Christus. Getekend Benetton United Colors. Het Museum. De tentoonstelling laat zien hoe pijn vandaag en in het verleden verbeeld wordt, en ook hoe we kijken naar pijn. Opvallend is het aandeel van hedendaagse kunstenaars: Berlinde De Bruyckere, Thomas Schütte , Roger Raveel, Robert Devriendt, Sam Dillemans, Philippe Vandenberg, Luc Tuymans, Thierry De Cordier, Elly Strik en vele anderen. Maar ook kleppers als William Hogart, Goya en Ensor zijn in Gent van de partij. Een aanrader van formaat.

Praktische informatie

Braem bezoekt Braem

Braem bezoekt Braem, redactie

Hij moet een beweeglijke geest hebben, de man die zonder te verpinken een boek schrijft over België, lelijkste land ter wereld en enkele jaren later hetzelfde onderwerp aansnijdt onder de titel Het mooiste land ter wereld. Renaat Braem (1910-2001) is nochtans geen windvaan, wel een creatieve geest waarvan de soepelheid te weinig wordt gewaardeerd. Toegegeven, de Antwerpenaars houden niet van zijn 'politietoren', trekken hun neus op voor zijn sociale woningbouw en bezoeken te weinig zijn woonhuis (nu museum). Het vertekende beeld kan rechtgetrokken worden door een bezoek aan het Middelheimpaviljoen dat door kenners als één van zijn meest geslaagde verwezenlijkingen wordt gezien. Aan de hand van een ruime selectie tekeningen en ontwerpschetsen wordt er momenteel de historiek van het eigenzinnige gebouwtje uit de doeken gedaan.

Uit de opdracht voor een tijdelijk paviljoen voor de Zevende Biënnale voor Beeldhouwkunst in 1963 groeide de idee voor een permanent gebouw om er de meest kwetsbare stukken van de collectie onder te brengen. Het was Braem zelf die met een voorstel voor de dag kwam, een ontwerp dat hij gratis ter beschikking van het stadsbestuur stelde, naar eigen zeggen 'om te beletten dat men er weer een banaal geval zou neerpoten'. Je hoort het hem zo zeggen.

De tentoonstelling volgt stap voor stap de evolutie van het project, van de enthousiaste droombeelden tot de meer nuchtere uitwerking. Braem was een vlotte tekenaar. De schetsen stapelden zich op. Op het papier zie je hoe de ideeën elkaar verdringen en letterlijk overlappen. Van meet af aan betrekt hij het omliggende landschap bij het gebouw, binnen- en buitenruimten zijn in wisselwerking, geen evidentie in die jaren. Hij wil natuurlijk het landschap ook aanpakken, maar krijgt daar niet de kans toe. Het gebouw zoals wij het vandaag kennen is slechts een onderdeel van het finale concept, het vierde in de reeks. Braem zelf had een zevenledige constructie bedacht die letterlijk tussen de bomen moest kronkelen, als een aaneenschakeling van gesloten ruimten en patio's, als een reuzenvertebraat in de beboste omgeving neergevleid. De opdrachtgever vond dat hij het ook met minder kon stellen en volgde die gedurfde ecologische visie niet. Het gebouw werd in 1971 opengesteld, naar aanleiding van de Elfde Biënnale.

De tentoonstelling handelt over het paviljoen zelf dat dus de volle aandacht krijgt. De opstelling houdt daar rekening mee. Er werd gekozen voor een originele accrochage, geïnspireerd op een ontwerp van Renaat Braem zelf. Geen pastiche dus, noch een archeologische reconstructie, wel een creatief verder bouwen op Braems onuitputtelijke ideeëntrommel. Want op hem kan verder worden gebouwd en daar ligt zijn onafgewerkt paviljoen misschien nog op te wachten. 

Praktische informatie

RENAAT BRAEM EN HET MIDDELHEIMMUSEUM — beelden van een paviljoen (2006). Openluchtmuseum Middelheim Antwerpen

Download hier de pdf

Keuze van de redactie, Pijn en Braem bezoekt Braem.pdf