Ooit belandden speelkaarten op de brandstapel, vandaag pieken de productiecijfers. De geschiedenis en de toekomst van het kaartspel zijn de thema’s van twee nieuwe, permanente zalen in het Nationaal Museum van de Speelkaart in Turnhout.

Speelkaartenmuseum ,Eén van de vijf kernverhalen van ‘Harten 5’: romantici en Victorianen

Eén van de vijf kernverhalen van ‘Harten 5’: romantici en Victorianen

Industrieel

Het is genant om tegenover de museumdirecteur van het Speelkaartenmuseum te moeten toegeven dat het lang geleden is nog gekaart te hebben. Veel kans dat u - zoals wij - daarmee weer begint na een bezoek aan het museum. Meteen is duidelijk dat kaarten de gemoederen beroert. Het kaartspel bracht de voorbije eeuwen zoveel teweeg dat zelfs de Kerk en de groten der aarde er zich mee gingen moeien.

Sinds vorig jaar is het Nationaal Museum van de Speelkaart samen met het Begijnhofmuseum, Hotel Taxandria en het Stadsarchief onderdeel van Archief & Musea Turnhout. De vroegere verzamelnaam TRAM 41 bleek te verwarrend. De nieuwe zalen stonden al lang op het verlanglijstje van het museum. Ze zijn een aanvulling op het machinepark waarmee al werd uitgepakt. Het museum van Turnhout is namelijk het enige van de acht speelkaartenmusea in de wereld waar het fabricageproces van speelkaarten zo uitgebreid aan bod komt. Wie naar het museum toestapt, in de voormalige papier- en speelkaartenfabriek Mesmaekers, ziet in een vitrine een gigantische 70 ton zware stoommachine. Als blikvanger kan dat tellen, al ligt het unieke in de verzameling historische hand- en industriële persen uit de negentiende en twintigste eeuw. Er zijn regelmatig demonstraties door een team dat zich bekwaamde in oude technieken. Ook enkele machines voor de afwerking van speelkaarten worden door andere musea benijd. Zo dienden de ‘overwas’ en de ‘keilik’ voor het glanzen en glad maken van de speelkaart. Ook kan u hier nog zien hoe de hoekjes van de kaarten destijds manueel werden afgekapt met een speciale beitel en een hoekklem. In het atelier ‘Vieze vingers’ mogen kinderen zelf aan de slag met een diepdrukpersje.

Niet onschuldig

Nieuwe ‘vleugels’ - zoals de uitbreiding werd aangekondigd - is een groot woord voor de nieuwe zalen ‘Harten 5’ en de ‘Zaal van de Toekomst’. Harten, omdat het museum de speelkaart genegen is, en 5 omdat het museum vijf kernverhalen wil vertellen: het prentenboek van de duivel, lering en vermaak, vrijheid of de dood, romantici en Victorianen en de achterkant.

Harten, omdat het museum de speelkaart genegen is, en 5 omdat het museum vijf kernverhalen wil vertellen
173.21 het laatste oordeel.jpg

J. Wierix naar Maarten de Vos, Het laatste oordeel met kaartende duivels, ets, uitgegeven door J.B. Vrints, Antwerpen, ca. 1600 Nationaal Museum van de Speelkaart, Turnhout

Voor de expo werden veelal reproducties gebruikt, want de kaartjes zijn uiteraard fragiel. Ze werden vaak ook slechts overgeleverd doordat misdrukken als vulling in boekbanden terecht kwamen (maculatuur). Eén zo’n vel deed zelfs dienst als mapje voor een juridisch dossier uit het begin van de zestiende eeuw. Dat verhoogt dan weer het schatkamergevoel. Het kaartspel was bij zijn introductie in Europa in de late middeleeuwen algauw zowel populair als omstreden. Het zette aan tot gokken, verslaving en vloeken en moest dus wel des duivels zijn. Op een houtsnede van Hans Leonhard Schäufelein (Augsburg, 1519) zien we Johannes Capistranus (1386-1456) een donderpreek houden terwijl speelkaarten op de brandstapel belanden. Het boekje met Luthers Wittenbergse predicaties ligt open bij het tweede gebod – gebruik de naam van god niet ijdel – met godslasterende kaartspelers ter illustratie. Het eerste traktaat over de gokverslaving schreef de Vlaamse edelman Pascasius Justus Turcq in 1642 om zichzelf van het kaarten en gokken af te helpen. Het is in zakformaat, om snel op te diepen wanneer het virus de kop opstak. De getoonde negentiende-eeuwse speelkaarten uit China, waar al in de zevende eeuw werd gekaart, vertonen meer gelijkenissen dan verschillen met de westerse speelkaarten. De oerversie van het kaartspel is gebaseerd op het Chinese muntsysteem met munten en snoeren van munten (met een gaatje) als de puntenkaarten en decoratieve figuurkaarten. Wie de geschiedeniszaal tot het einde doorloopt, kan ontdekken hoe onschuldige speelkaarten pornografische doorkijkplaatjes blijken te zijn.

Speelkaartenmuseum, Drukblokjes en speelkaarten, Noord-China, Qing-dynastie, negentiende eeuw Nationaal Museum van de Speelkaart, Turnhout

Anoniem, Drukblokjes en speelkaarten, Noord-China, Qing-dynastie, negentiende eeuw Nationaal Museum van de Speelkaart, Turnhout

Iedere tijd zijn kaart

Een Google anno 1669: een speelkaart die leert dat één van de zeven delen van Zweden toen Finland was. Op de expo zien we kaarten geïllustreerd met wapenschilden, filosofen en geografische wetenswaardigheden. Ondanks de valse start bleek het kaartspel onuitroeibaar en wist het zich aan te passen. Niet alleen vermaak, maar ook lering dus.

Een replica van een guillotine verwijst naar het lot van Lodewijk XVI tijdens de Franse Revolutie. Tot in het kaartspel moest de koning het ontgelden. De figuurkaarten werden vervangen door de idealen van de Franse Revolutie. Zo werd één van de boeren de ‘gelijkheid van plicht’, in de persoon van een soldaat. Ook de oorlog was nu eenmaal democratisch, dus iedereen soldaat. Al deze nieuwe figuren bemoeilijkten de herkenbaarheid tijdens het spel, zodat er een nieuw officieel kaartspel werd ingevoerd. Napoleon figureerde daarin als ruitenheer, omdat deze kaart traditioneel Julius Caesar voorstelde. Dat paste wel bij zijn profiel als grote en onoverwinnelijke veldheer annex staatsman. Om te besparen, kregen bestaande houtblokken retouches. De expo toon hiervan enkele voorbeelden: de kroon is vervangen door een onbestemd hoedje, het woord ‘roi’ is doorgehaald.

Het officieel kaartbeeld dat Napoleon voor heel Frankrijk verplicht oplegt: ruitenheer stelt Napoleon voor in de huid van Julius Caesar, ontwerp van Nicolas-Marie Gatteaux naar originelen van Jacques-Louis David, gedrukt door Imprimerie Impériale, Parijs, 1811-1813 Nationaal Museum van de Speelkaart, Turnhout

Het officieel kaartbeeld dat Napoleon voor heel Frankrijk verplicht oplegt: ruitenheer stelt Napoleon voor in de huid van Julius Caesar, ontwerp van Nicolas-Marie Gatteaux naar originelen van Jacques-Louis David, gedrukt door Imprimerie Impériale, Parijs, 1811-1813 Nationaal Museum van de Speelkaart, Turnhout

De focus van Harten 5 ligt op de verhalen, die misschien nog het best tot hun recht komen als een gids u op sleeptouw neemt. De honderden soorten kaartspellen of de streekgebonden symbolen, de ‘kleuren’, en figuren, zullen uitgebreider aan bod komen tijdens tijdelijke expo’s en voordrachten. Zo bestaan er onder andere ‘Italiaanse’ kleuren (zwaarden, stokken, bekers en munten) naast de traditionele ‘Franse’ kleuren (ruiten, harten, klaveren en schoppen). Dankzij een goedkopere druktechniek van een Franse kaartenmaker waren het de Franse kleuren die zich wereldwijd hebben verspreid.

Er is ook een nieuwe Zaal van de Toekomst, die werd opgericht in samenwerking met het Turnhoutse bedrijf Cartamundi, de grootste exporteur van speelkaarten in de wereld. Turnhout is van oudsher een stad van speelkaartendrukkerijen, sinds Philip Jaak Brepols (1778-1845) in 1800 voor het eerst speelkaarten maakte en andere drukkerijen hem daarin al snel volgden.

Het kaartspel zou al een paar keer dood zijn verklaard, maar dat wordt toch telkens geloochend met de productiecijfers. Er worden tussen 600.000 en 700.000 kaartspellen per dag gedrukt bij Cartamundi, inbegrepen de setjes die bij bordspellen horen (bijvoorbeeld Triviant of Monopoly). Verder valt bij het Wereldkampioenschap Wiezen in Zandhoven het grote aantal jongeren op, is poker populair, en zijn er de rages rond verzamelkaarten: Magic: The Gathering, Pokémon, Harry Potter.

Het aanbod kan u met het gezin interactief verkennen in de Zaal van de Toekomst, die eerder over het heden gaat. Een mobile met kaarten laat zien welke kaarten in welk jaar populair waren. Met raadspelletjes komt u erachter welke afwerkingen druktechnisch allemaal kunnen, zoals geurkaarten en hologrammen. Er kan online gekaart worden met apps die het bedrijf zelf ontwikkelt. Een echt kaartje leggen zal in het toekomstige museumcafé moeten, ‘leven’ verzekerd. “Een speelkaart leeft toch niet!” zegt Lambik in De Kaartendans als hij het over de ‘ingebeelde inbeelding van Wiskes verbeelding’ heeft. Na een bezoek aan het Speelkaartenmuseum zou u zweren van wel.

Praktische informatie

Download hier de pdf

Nieuw in het Speelkaartenmuseum - Harten 5 en Zaal van de Toekomst