Tweede Wereldoorlog

Kunst uit de nazitijd

De Tweede Wereldoorlog bracht zoveel gruwel met zich mee dat het bijna infaam is om over kunst te spreken. En toch heeft zich in die periode, tussen alle ravage en deportaties door, een grootscheepse kunstdrainage naar het Derde Rijk voorgedaan. Met doorgedreven systematiek zijn uit alle hoeken van bezet Europa schilderijen, beelden, gobelins, boeken en antieke meubelen naar Duitsland en Oostenrijk versleept. Zelfs voor mensen die thuis waren in de kunstwereld speelde dit gebeuren zich af in een dode hoek.

Het is amper te begrijpen hoe een massale organisatie zo onder de radar kon blijven. De omvang was nochtans gigantisch. In de literatuur circuleert een schatting die de Amerikaanse Office for Strategic Services kort na de oorlog maakte. Tijdens de oorlog zou er voor een waarde van 2,5 miljard dollar aan kunst overgebracht zijn. Dat zou neerkomen op één vijfde van alle kunstschatten ter wereld. Hoe deze cel dat zo snel berekende is een raadsel; het is dan ook een strategische dienst. De schaal maakt echter duidelijk dat nazi-Duitsland een zwart gat was waar alle hoogwaardige kunst in verdween.

Ondanks hun administratieve precisie lieten de nazi’s een warboel achter die nooit meer helemaal opgeruimd geraakt. Duizenden kunstwerken zijn nog steeds niet bij de rechthebbenden beland. Kunst is vanuit West-Europa na een diaspora uitgezwermd tot in Amerikaanse musea en Russische verzamelingen. Als er ook in onze musea gerecupereerde kunst zit, dan is dat omdat ze daar met het vingertje in de lucht om verzocht hebben. In dit nummer volgen we het parcours van die 78 schilderijen in onze musea.

Van 64 % van die schilderijen is de voorgeschiedenis zo anoniem als de onbekende soldaat: “collectionneur belge” staat er op archieffiches. Of er staat helemaal niets. Soms staan er namen als Lagrand, De Heuvel, Moorthamers of Arens opgegeven als eigenaars. Ze komen meermaals voor. Arme lui, wat hebben zij veel verloren. Tot uit de onderzoeksrapporten van de Amerikaanse geallieerden blijkt dat zij antiquairs waren die in meerdere of mindere mate handel dreven met de nazi’s. Ze waren helemaal geen eigenaars, maar verkopers. De vraag is wie het kunstwerk bezat voor het op de markt kwam?

Slechts in 36 % van de schilderijen is geweten wie de eigenaars waren. Het is hartverscheurend als de namen Renders en Van Gelder nog maar eens opduiken bij een belangrijk werk. Pas later denkt men daar anders over. In twee artikels verderop in dit nummer verneemt u waarom. Ook de naam Smidt van Gelder duikt regelmatig op. Zijn positie is niet helemaal helder.

Ook in onze buurlanden is teruggekeerde kunst uit nazi-Duitsland aan musea toevertrouwd. Ze zijn daar ‘in bewaring’, tot zich iemand meldt die kan bewijzen dat hij de eigenaar is of een erfgenaam ervan. De werken staan op websites die voor iedereen consulteerbaar zijn. Er is onderzoek gedaan naar de herkomst en hiaten tussen 1933 en 1945 worden als problematisch beschouwd. Daar kan zich een gedwongen verkoop of een kunstroof hebben voorgedaan.

Hoewel België in 1998 blijgezind mee de Washington Principles ondertekende, brengt ons land van die engagementen weinig in de praktijk. Samen met 43 andere landen verbond het er zich toe om kunst die door de nazi’s was verworven en nog niet aan de eigenaars was teruggegeven, te identificeren. Eén van de aanbevelingen was om onderzoek te doen naar onduidelijke herkomst en die informatie via een centraal register openbaar te maken.

Zowat alle grote Belgische musea hebben stukken ‘in bewaring’, maar in tegenstelling tot andere landen is die informatie niet openbaar. Daarom doet dit tijdschrift het nu. Alle 78 veranderden ze tussen 1933 en 1945 van eigenaar. Volgens de gangbare opvattingen hoort voor elk van hen een herkomstonderzoek plaats te vinden. Van ten minste 50 stukken (de 64 % van hierboven) kunnen we zelfs zonder enig onderzoek zeggen dat de herkomst niet sluitend is. De Dienst voor Economische Recuperatie en zijn opvolger hebben dat onderzoek indertijd niet afgerond. Het is de vraag of de musea, die dergelijke werken in hun bezit hebben, dat wel hebben gedaan. Alleen zij kunnen die vraag in eer en geweten beantwoorden.

Dit artikel is beschikbaar voor abonnees

Een abonnement kost slechts €55 euro per jaar (leraren en studenten €51) en je ontvangt daarvoor 6 publicaties.

Reeds abonnee? Dan kan je hier inloggen.

Abonnement

Een abonnement kost slechts €55 euro per jaar (leraren en studenten €51) en u ontvangt daarvoor 6 publicaties.

Abonnement online

Lees alle artikels van OKV online en doorzoek de voorbije vijftig jaargangen voor slechts €27.

Abonnement + Museumpas

Wie een nieuwe Museumpas (€59) aanschaft samen met een OKV-abonnement (€55) betaalt slechts €110i.p.v. €114voor combi museumpas en abonnement.

Proefabonnement

Proef eens van OKV.
Voor €28 krijg je drie nummers toegestuurd.