De buitententoonstelling van de internationaal gerenommeerde kunstenaar Monster Chetwynd is een eerste tentoonstelling na het feestjaar 75 jaar Middelheimmuseum. Onder de werktitel A Friends Making Machine brengt ze haar ontstuimige oeuvre naar het kunstpark, met een mix van sculpturen, performances, films en workshops waarin verschillende soorten ontmoetingen centraal staan.
Voor het museum ontwerpt Monster Chetwynd een nieuwe toegangspoort aan de oostzijde van het park: een sculpturaal werk dat bezoekers letterlijk verwelkomt en symbolisch de verbinding legt met de omliggende buurtbewoners en verblijvers waaronder patiënten van ZAS–Middelheim en UKJA (centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie), en studenten van de Universiteit Antwerpen. Deze poort ontstaat in nauwe samenwerking met kinderen en jongeren van UKJA en zal op 16 mei ingehuldigd worden.
De tentoonstelling nodigt bezoekers uit om zich onder te dompelen in Monster Chetwynds universum. Daarin lopen verhalen, beelden en ontmoetingen in elkaar over, in een levendig netwerk dat de kracht van zorg, creativiteit en speelsheid belichaamt.
Monster Chetwynd
Monster Chetwynd (°1973, UK) verweeft interactieve performances, beeldhouwkunst, schilderkunst, installatie en video in een oeuvre dat elementen van volksspelen, populaire cultuur en surrealistische cinema bevat. In haar anarchistische performances komt een bonte parade van culturele referenties voorbij: van Dante tot Karl Marx, van travestieacts tot Star Wars. De kunstenares verandert voortdurend haar artiestennaam van Spartacus Chetwynd (2006–13) over Marvin Gaye Chetwynd (2013–18) naar het huidige Monster Chetwynd. Naar eigen zeggen wil ze vooral dat haar werk direct, romantisch en geëngageerd is, vandaar dat ze vaak met tijdelijke en DIY-materialen aan de slag gaat, zoals gevonden voorwerpen, fotokopies, karton, verf en plakband. Haar performances en installaties zijn te lezen als een herwerking van iconische momenten uit onze gedeelde culturele geschiedenis. Ze werkt vaak samen met haar ‘performance group’ (collega-kunstenaars, familie en vrienden), waarbij spontaniteit en improvisatie sleutelbegrippen zijn, in een eigenzinnig oeuvre dat gestaag maar consequent zijn weg vindt in musea, de publieke ruimte en kindervoorstellingen.