Rubens' tuin

Rubens' tuin
€ 14,00

Het Rubenshuis is het universum van een van ’s werelds grootste kunstenaars: Peter Paul Rubens (1577-1640). In zijn Italiaans stadspaleis op de Antwerpse Wapper was Rubens, behalve uiteraard kunstenaar, ook ondernemer, familieman, architect, vriend, gastheer, verzamelaar, boekenman. Hier leefde hij graag en gretig. En in dat heel persoonlijke universum speelde de tuin een kleurrijke hoofdrol.

Stadspaleis

Toen Rubens en zijn vrouw Isabella Brant (1591-1626) in 1610 het zestiende-eeuwse huis met de bijbehorende bleekweide kochten, kroop hij meteen achter de tekentafel. Voor zijn nieuw te bouwen atelier, de portiek en het tuinpaviljoen mengde hij de typisch Vlaamse stijl van het bestaande woonhuis met de Italiaanse renaissance. “Zijn woning zal bij vreemdelingen verbazing en bij reizigers bewondering opwekken”, schreef Rubens’ vriend Johannes Woverius in 1620; hij was Antwerps schepen en raadgever van de Spaanse machthebbers. De portiek en het tuinpaviljoen, toentertijd bijzonder vernieuwend, zijn vandaag nog even verbazingwekkend. Het ene bouwwerk biedt via een bijzondere zichtas een blik op het andere. Dat verrassende perspectief sloeg destijds elke architectuurliefhebber in onze streken met verstomming. Zo zorgde Rubens er mee voor dat zijn stadspaleis wereldwijd een van de bekendste en architecturaal waardevolste kunstenaarswoningen is gebleven. Dit is ook de enige plek waar nog een uniek stukje architectuur van Rubens’ hand bewaard is.

Aards paradijsje …

Rubens beleefde op deze plek dertig jaar lang professionele triomfen en privéverdriet en -geluk. Voor hem en zijn gezin was de tuin een plek waar ze familie en vrienden ontmoetten en een speeltuin voor de kinderen. Maar het was vooral ook een klein ‘aards paradijs’, waar de stoïcijn in Rubens de alledaagse zorgen van zich kon afschudden. Hier kwam hij op adem en genoot in gezelschap van rust, ontspanning en vertier. Zijn echtgenotes Isabella Brant en Helena Fourment (1614-1673) verpoosden in de tuin, terwijl ze zich verbaasden over hun spelende kinderen die almaar groter werden. Rubens portretteerde ze tussen kamperfoelie en rozen. De tuin was ook de spil van zijn privédomein in de stad.

Leerjongens en huishoudsters kruisten er elkaar op weg naar een volgende taak. De kinderen speelden er tussen de tuinmannen Willem en Jaspar. En Rubens zelf kuierde er met vrienden en familie en ontving er vorsten en beroemde opdrachtgevers. … in het nieuw

In 2024 is de tuin heraangelegd, op basis van nieuw historisch onderzoek en met een duurzaam plan van aanpak. Ondertussen groeien er meer dan 22.000 bollen, vaste planten, één- en tweejarigen, bomen, heesters, struiken … Met nog altijd Rubens’ portiek en het tuinpaviljoen als schitterend decor. Het ontwerp van Ars Horti met kleuradvies van Dries Van Noten grijpt terug naar de plantensoorten uit Rubens’ tijd. In elk seizoen waan je je weer in de tijd van barokke overvloed.