Glasramen in kerken zijn een bijzonder soort erfgoed. Ze bestaan uit glas, wel of niet beschilderd, en lood of beton en zijn materieel tastbaar. Hun impact en essentie ontvouwen zich pas in het spel van licht in de liturgische ruimte, ongrijpbaar en steeds veranderlijk. Overdag kleuren ze het interieur, scheppen ze een sfeer die het alledaagse overstijgt. Wanneer de zon zakt, verdwijnen ze haast volledig. Glasramen zijn geen statische kunstwerken die altijd hetzelfde tonen, maar levende membranen die meebewegen met het moment van de dag en de intensiteit van het licht.
De glasraamproductie voor katholieke kerken in Vlaanderen kende na de Tweede Wereldoorlog een hoge vlucht. De oorlogsschade aan dit fragiele erfgoed moest worden hersteld. Vele historische gebouwen kregen nieuwe glasramen. Voor de nieuwbouwkerken ter vervanging van verwoeste gebouwen en in snelgroeiende, nieuwe woonwijken bleven glasramen nog altijd een essentieel element. De grote vraag was: hoe deze glasramen vormgeven?
De nood aan een vernieuwde religieuze kunst was al geformuleerd door de Liturgische Beweging in het begin van de eeuw. Die zoektocht, met meerdere stemmen in het debat, kreeg zijn beslag na de Tweede Wereldoorlog, in de open tijdsgeest van een nieuwe wereldorde, een vooruitgangsoptimisme en het Tweede Vaticaans Concilie. Nieuwe glasramen namen vaak een sleutelpositie in binnen de discussies over monumentenzorg en restauratiestrategieën. Het debat over hun plaats en betekenis raakte aan bijna alle kwesties van de gewijde kunst, tot en met de architectuur van het eigentijdse kerkgebouw zelf. Hoe verhouden glasramen en architectuur zich tot elkaar? Kunnen modern vormgegeven glasramen functioneren in historische kerken? Hoe kan het glasraam, als eeuwenoud ambacht, bijdragen aan de sacraliteit van de liturgische ruimte en tegelijk de vormgeving van een eigentijdse spiritualiteit ondersteunen?
Op deze vragen gaat KADOC, met curator Zsuzsanna Böröcz, in tijdens de tentoonstelling Licht als erfgoed. Kerkglasramen in Vlaanderen na 1945, die loopt in de pandgangen van KADOC. Na een inleidend gedeelte over de kerkglasramen in Vlaanderen na 1945, presenteert de expo enkele glazeniers waarvan het archief in KADOC wordt bewaard, onder wie Ivo Bakelants, Michiel Leenknegt, Michel Martens, Maurits Nevens en Bert Vonk, en gaat ze dieper in op vier kerken en hun glasramen, namelijk de Sint-Hubertuskerk in Berchem, het slotklooster Zonnelied in Oostende-Mariakerke, de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Kortrijk en de parochiekerk Salvator Mundi in het Hamontse gehucht Lo.