De provincie Antwerpen zet haar schouders onder het erfgoed  van de Rupelstreek. De provincie zal over de gemeentegrenzen heen het streekverhaal van de kleiontginning in een groot museumnetwerk gieten.  Die stichting Rupel en Klei moet nu de totaalervaring versterken.

De Rupelstreek bestaat uit de Antwerpse gemeenten Boom, Hemiksem, Niel, Schelle en Rumst. Eeuwenlang was kleiontginning er de belangrijkste activiteit. De vele steen- en tegelbakkerijen zijn een stille getuige hiervan. Om dit unieke erfgoed beter bij de bezoeker te brengen, werken de verscheidene gemeentemusea nu samen. In samenwerking met steunpunt FARO en het Expertisecentrum voor Technisch, Wetenschappelijk en Industrieel Erfgoed (ETWIE) stellen de musea een plan op om het streekverhaal meer bekendheid te geven.

 De Europese Unie moedigt dit idee van de vijf gemeentelijke musea sterk aan. Het INTERREG Fonds steunt dergelijke samenwerkingsverbanden financieel.

Boom

Westhoek streekmuseum

Rupel en Klei is niet het enige initiatief dat musea met een geografische en thematische verwantschap combineert. In het uiterste westen van ons land bestaat ook zo’n samenwerkingsverband. Westhoek Streekmuseum verbindt musea zoals het Poperingse Hopmuseum en het Nationale Tabaksmuseum uit Wervik. Dit provinciaal initiatief reikt zelfs over de grens. Gemeentelijke musea uit de Westhoek werken samen met Noord-Franse streekmusea in het grensoverschrijdend project Vlamuse.  Het Bakkerijmuseum uit Veurne stapte hierin ook mee. Woordvoerder Sofie Devoghel zegt daarover : ‘Vorig jaar ontvingen wij voor de tweede maal de Week van de Smaak. Hiervoor werkten we samen met onder andere het Musée de la Vie Rurale uit Steenwerck, net over de grens. Zo maakten we eind oktober enkele Noord-Franse specialiteiten. Ook kon je bij ons de reizende tentoonstelling Une territoire des Pays des Sauveurs bezoeken.’

In de Rupelstreek loopt het voorlopig zo’n vaart nog niet, maar het project kan wel op steun van de deelnemende gemeenten en een projectsubsidie van de provincie Antwerpen rekenen. In ieder geval lijkt de samenwerking een goede stap in de richting die kleinere musea tegenwoordig nemen: door samenwerking verder geraken en meer mensen informeren. Op die manier raakt waardevol erfgoed uit de particulariteit en kan men een meer volledig verhaal vertellen.