Jean-Baptiste Madou, Herbergscène (1848) olieverf op paneelJean-Baptiste Madou, Herbergscène, Collectie Stad Geraardsbergen

Jean-Baptiste Madou, Herbergscène (1848) olieverf op paneel, 53 x 70 cm Collectie Stad Geraardsbergen

Stralend als een engeltje zit een jong meisje in een rommelige herberg. Een elegant geklede jonker is vrijpostig nabij geschoven. Met zijn zoetgevooisde praatjes weet hij haar te verleiden om haar verstelwerk even te laten. Ze wendt haar hoofd naar hem, zonder hem in de begerige ogen te kijken. Bedeesd, maar wel aangelokt door steedse allure en lieve zinnetjes.

Aan de andere zijde van de gedekte tafel gaat het er geanimeerd aan toe. Een joviale man wijst grijnzend naar een sip kijkende jongeman. Ook de waardin heeft er plezier in. Zij maken zich vrolijk over de eenvoudig geklede kerel die lijkt te mokken. Waarom is hij zo mistevreden, en laat hij zijn bierkruik onaangeroerd? Laten we zijn stuurse blik volgen. Uit zijn ooghoeken houdt hij het meisje in de gaten. Niet zomaar een meisje, maar wel zijn lief meisje. Dreigt hij haar warme hartje te verliezen aan die rijke gladjanus uit de stad?

Wat gaat zij doen? Vallen voor de charmes en naar de stad vertrekken? Zal de jonker haar wel trouw blijven? Gaan die mooie beloftes wel uitkomen? Blijft ze niet beter bij haar eenvoudige maar eerlijke vriend, geen mooiprater maar een lieve echtgenoot in spe? Zekerheid of avontuur? Een verscheurende keuze.

Charles Baugniet, Portret van Jean-Baptiste Madou (1840) lithografie op papier

Charles Baugniet, Portret van Jean-Baptiste Madou (1840) lithografie op papier, 37.3 x 30 cm British Museum, Londen

Het intrigerende tafereeltje speelt zich duidelijk af in een zeventiende-eeuwse landelijke herberg. Op het eerste zicht lijkt het zorgvuldig gepenseeld door een getalenteerde Noord-Nederlandse schilder uit de Gouden Eeuw. Onderaan links staat evenwel duidelijk te lezen: Madou 1848. Het gaat hier om de Brusselse kunstenaar Jean-Baptiste Madou (1796-1877). Samen met zijn Antwerpse collega Ferdinand de Braekeleer is hij de belangrijkste romantische genreschilder in België. In zijn tijd alom geprezen en gezocht, maar nu is hij met moeite te vinden in een museumzaal. Net als zovele tijdgenoten leidt hij een rustig, stoffig bestaan in museumdepots. Zijn schalkse fijnschilderij heeft inderdaad geen potten gebroken.

Aangemoedigd door zijn vrouw Mélanie Lannuyer geeft Madou omstreeks 1839 het lithograferen op. Het commerciële succes van de lithografische albums neemt immers sterk af. Madou legt zich voortaan toe op het schilderen van genretaferelen, waar hij al snel succes mee oogst op salons in Brussel en Parijs.

Met het legaat Gustaaf Verhaeghe (1900) belandde het schilderij in het kunstpatrimonium van de stad Geraardsbergen. Jaarlijks laat Jan Coppens, verantwoordelijk voor het stedelijk cultureel erfgoed, diverse schilderijen restaureren. Na een reiniging en een zijdezacht vernislaagje sprankelt het paneel weer in alle glorie. De zorg voor het pittoreske detail, de bijzondere stofweergave en de subtiel aangezette atmosfeer openbaren zich aan de kijker alsof het schilderij net uit het atelier gekomen is. Voor jullie wordt het schilderij een hele lente en zomer lang tentoongesteld in Visit Geraardsbergen, het toeristisch kantoor op de Grote Markt.

Gabriel Metsu, Jonkheer en luit spelende jonge vrouw in burgerlijk interieur Madou Herbergscene

Gabriel Metsu, Jonkheer en luit spelende jonge vrouw in burgerlijk interieur (ca. 1662-1665) olieverf op paneel, 47.5 x 40 cm Waddesdon Manor, Ayelsbury, Buckinghamshire

Madou put gretig uit de rijk gevulde schatkist van de Gouden Eeuw. Zijn voorkeur gaat uit naar de schalkse genretaferelen van Jan Steen en Adriaen van Ostade. Toch gaat het er bij Madou niet zo ruw en onbeholpen aan toe als bij deze schilders. Voor zijn burgerlijke klanten tempert hij de gemoederen en zeden. Mogelijk kijkt hij voor meer ingetogen flirterige momenten naar de beschaafde schilderijen van Gerard ter Borch en Gabriel Metsu. Hier speelt alles zich af in nette burgerhuizen. Het minnespel fijnzinnig in beeld, zonder graaiende handen en wilde gebaren. Zo vermengt Madou op geraffineerde wijze een landelijke sfeer met ingehouden stedelijke manieren. Net als bij de fijnbesnaarde Metsu laat Madou een en ander aan de verbeelding over. Geheel en al op maat gesneden voor zijn talrijke klanten die wel een knipoog wensen, maar geen vette.

Ferdinand de Braekeleer, Herberg met verliefd koppel Madou Herbergscene

Ferdinand de Braekeleer, Herberg met verliefd koppel (1848) olieverf op paneel, 57.5 x 49.5 cm

Uiteraard staat Jean-Baptiste Madou niet alleen met zijn zeventiende-eeuwse tafereeltjes. Zijn Antwerpse tegenhanger Ferdinand de Braekeleer (1792-1883) schildert in datzelfde jaar 1848 iets gelijkaardigs. Hier lijkt de jonge meid wat meer geboeid door de galante praatjes van de jongeman. Haar minzaam lachje verraadt haar ontluikende interesse in de vrijpostige manspersoon. Zijn vriend die tegen de tafel leunt, wacht geduldig tot de amoureuze conversatie voorbij is.

Willem Pieter Hoevenaar, Jan Steen en Frans van Mieris in een herberg, Madou Herbergscene

Willem Pieter Hoevenaar, Jan Steen en Frans van Mieris in een herberg (1842) olieverf op doek, 61.6 x 73.5 cm

Vanzelfsprekend zijn dergelijke lieftallige scènes in de “Hollandse” Gouden Eeuw geen exclusief Belgische specialiteit. In Nederland laat de romanticus Willem Pieter Hoevenaar (1808-1863) zijn eigen glorieuze verleden herleven in diverse schilderijtjes en aquarellen. Een opmerkelijk tableau is zijn herbergtafereel uit 1842. Hier streelt de befaamde genreschilder Jan Steen liefdevol de kin van zijn echtgenote terwijl zij Frans Mieris, een collega van manlief, wijn inschenkt. Multitasking avant la lettre. Net als zijn Belgische collega’s maakt Hoevenaar het niet zo bont als zijn illustere voorgangers.

Anonieme Zuid-Nederlandse koperslager, Wijnkoeler, Madou Herbergscene

Anonieme Zuid-Nederlandse koperslager, Wijnkoeler, 17e eeuw gedreven messing, 17.5 x 35 x 35 cm Musée de l’Hospice Comtesse, Rijsel

Geïnspireerd door hun zeventiende-eeuwse voorbeelden besteden de romantische schilders veel zorg aan het decor en de decorstukken. Madou plaatst de alledaagse gebruiksvoorwerpen haast achteloos voor het voetlicht. In een landelijke herberg is de fraaie wijnkoeler links vooraan minder gebruikelijk. Voor dergelijke attributen grabbelt een schilder als Madou in zijn eigen collectie authentieke objecten uit voorbije eeuwen. In het lithografische portret van de Brusselse schilder hangt een messing lantaarn die enigszins verwant is aan deze in zijn herberg van 1848. De messing wijnkoeler is een courant model uit de barokke zeventiende eeuw. Met een beetje zoeken en wat centen vind je een gelijkaardig exemplaar op online veilingen. De ronde wijnkoeler in een Rijsels museum komt het dichtst bij die van Madou.

Madou Herbergscene

Of het prille geluk met een glaasje wijn wordt bezegeld, blijft gissen. Het kleurrijke bloementuiltje op tafel oogt alleszins veelbelovend.