Over het meeslepende-meespelende kaartspel

'Nee, ik heb het kaarten niet van huis uit in de vingers,' zegt Filip Cremers, wetenschappelijk medewerker van het Speelkaartenmuseum te Turnhout. In 1978 begon hij er zijn loopbaan, 'en ik ontdekte meteen een fascinerende wereld. Van een boek kaarten kan je het complex van een samenleving aflezen. Tarot-kenners menen er zelfs de buitenaardse wereld mee te kunnen interpreteren.'

Als kind geen kaartenhuisbouwer. Als student geen kaartlegger. Als vorser toegespitst op alles wat
met kaarten te maken heeft. 'En dat alles is overrompelend veel,' zegt Filip Cremers. 'Meer dan ik me ooit kon verbeelden. Het kaartspel op zich is een uitermate boeiend gegeven. Vol verrassingen. Vol nieuwe wendingen. Fascinerend. Onder­zoek naar het spel alleen al is bijvoorbeeld een meeslepende-meespelende materie. Spelregels worden vaak van dorp tot dorp op een andere manier geïnterpreteerd. Er zijn modes. Sommige spelen komen op. Andere verdwijnen. En ja, als je een vergeten spel onderzoekt, moet je  het ook eens kunnen spelen. Dan smokkel ik het spel het huisgezin in. Hang ik even speelvogel uit. De vlotte vader. Zin in de een partijtje, jongens? Nooit zeggen dat het om  werken gaat.' 

Kaarten komen in zijn dromen nooit voor, zegt Filip Cremers. 'Maar ik geef toe tassen huiswerk mee te slepen. Een weten­schappelijk medewerker komt nu eenmaal niet altijd toe aan wetenschappelijk mede­werken. Het is vaak administratief klun­zen. Ditjes en datjes. Correspondentie. Mensen benaderen. Mensen ontwijken. Overtuigen. Hoeveel uren in de aanschaf van een faxapparaat gaan? Kom eens op mijn stoel zitten.

De speelkaartenmaterie moet ook warm gehouden worden bij de politici. Dit museum is het geheugen van een industriële bedrijvigheid waarmee Turnhout gelijkaardige provincienesten overtroefde, maar dat wordt snel vergeten. De oude ateliers, de bakstenen fabrieken met hun ijzeren en houten ornamenten,  de materiële buitenkant van het productie­proces, ze bestaan niet meer. Gesloopt. Omgebouwd. Weggewalst. Uitgewist. Concrete elementen die uit een sociaal weefsel gesnoeid worden, die niet meer visueel zijn, worden vergeten. Het jammer dat niet één zo'n gebouw is gered kon worden. Het is een blamage voor Turnhout dat het Speelkaartenmuseum niet in een oorspronkelijk atelier huist. 

Als wetenschappelijk medewerker is het dus vaak beredderen. Een bijlage schrijven voor het museum voor Openbaar Kunstbezit  is een opdracht voor thuis. Een weten­schappelijk artikel schrijven is een bezig­heid voor thuis. Bijle­zen gebeurt nagenoeg thuis. Voor veldwerk  is dikwijls onvoldoende of geen tijd.

'Het hof van barm­hartigheid en Onder het plaveisel van het moeras, de laatste twee delen van A.F.Th. van der Heijdens roman­cyclus De Tandeloze Tijd, daar kom ik maar niet aan toe. Omdat ik niet uit mijn tijd geraak. Ik zit daar mee. Werkelijk. Van  der Heijden is een literair en zintuiglijk genot om te lezen. Eén van de echt grote woordkun­stenaars van de Lage Landen, vind ik. Op het nachtkastje heb ik nu een werk  van een of andere christelijke apologeet uit de derde of vierde eeuw liggen. Zo uit de bib geplukt. Of ik het ooit uit heb, is niet belangrijk. Maar het boek maakt me nieuwsgierig . Nieuwsgierigheid  houdt me aan de slag. Ook in mijn beroep. Niet dat we vakantie vooruit plannen naar musea  in mijn werksfeer toe.

Maar als een interessante instelling op onze weg ligt? Waarom niet? Een kunstmuseum waar een tafereel van kaarters hangt. Een typografisch museum. Een spee­lkaartenmuseum. Ik kan daar met de beste wil niet omheen. Maar nogmaals, de kaarten dansen niet in mijn dromen.' 

Filip Cremers zegt plots: 'Ik loop wel  eens kroegen binnen waar kaarters zitten. Niet de kroeg interesseert mij. Maar de kaarters. En meer nog dan de kaarters het spel. Doe ik ook in het buitenland. Dan ben ik met vakantie en dan ontspan ik me toch in de uitlopers  werkzaamheden.

Je ontwikkelt je  instincten, je zet automatismen en mechanismen op. Zit je naar een
film te kijken ... Al gemerkt in hoeveel westerns gekaart wordt? For a few  dollars more? Het aantal prenten waarin gekaart wordt, is niet te overzien. Dan wil ik ook weten welk spel gespeeld wordt. Dan verlies ik de draad van het verhaal uit het oog, vooral wanneer ik diep moet zoeken naar het gespeelde spel. Ik krijg er wat van als ik het niet vind. We moesten hier een filmotheek kunnen uitbouwen'.

'Filmmuziek? Jawel. Evenwel liefst barok­ke muziek. Italiaanse barok. De finesses erin. De zuiderse levendigheid. De klank van schoonheid. Het  onbegrip waarmee de verdere uitbouw van dit museum afgeremd is, is één frustratie. Het zelf niet beheersen van de strijkstok, een tweede. Wat moet dat mooi zijn, kunnen musiceren. Solo en ensemble. Musici weten misschien niet half hoe gelukkig ze zijn. Voor die etnische muziek­jes ben ik ook nogal te vinden. In Turnhout zitten we trouwens op de eerste rij inzake Worldmusic : de zondagavondconcerten  in de Warande zijn altijd een belevenis. Ik zou overigens meer concerten willen mee­ pikken.

Heb jij nooit het gevoel voor een muur te staan? Dat er gewoon te veel is? Informatiestromen naar het werk toe. Stromen van literaire verhalen en boeken. Kranten en tijdschriften. Concerten. Meer dan 100 klassieke cd's per week  op de markt, ... Het benauwt me soms. En nu wordt de informatiesnelweg via Internet helemaal opengegooid. Ik moet er ernstig over gaan nadenken om een soort filter in mijn hoofd in te bouwen. Een filter die voorselecteert.' Of een kaartlegger of  -lezer kan helpen? 'Een uitermate intrigerend onderdeel in het kaartenpakket. Plezant om onderzoeken. Met een resem afbeeldingen om te illustreren. Maar niets voor mij. Daar ben ik te nuchter voor vrees ik.'

Download hier de pdf

Filip Cremers.pdf