Kortrijk in de jaren 1920-1921. Met enige regelmaat worden grote pakketten in het station van de trein geladen. Het laatste stukje van de tocht leggen deze ‘friezen’, ‘zetstukken’, rekwisieten en grootse ‘fonddoeken’ af op sterke schouders. De eindbestemming is maar een paar honderd meter verder. Het is de net gebouwde neogotische Kortrijkse Schouwburg, geopend in de herfst van 1920.

Forêt asiatique

Forêt asiatique (1921): een hoogtepunt in het werk van Dubosq, binnen de wereldwijd overgeleverde historische decors een heel bijzonder ensemble.

Illusionistisch en realistisch

Over een periode van 1914 tot 1926 werden voor de Schouwburg 424 decorstukken klaargezet, in het totaal goed voor 22 sets. Die sets, bestaande uit fonds in de achtergrond, zetstukken langs de zijdes en friezen in de hoogte, creëren een toneelsetting in verschillende dieptes (premier plan, deuxième plan). De fantastisch geschilderde trompe-l’œils en de nodige technieken en ‘machinisten’ om de decors vliegensvlug te wisselen, maken de illusionistische en realistische weergave compleet. Verlicht met meerkleurige lampen toveren ze de scene om in een Palais romain, Église, Forêt asiatique, Palais égyptien, een schip, een Spaans dorpsplein… De keuzes en combinaties waren eindeloos.

Enkel grote theaters konden zich voor elke voorstelling een apart decor veroorloven. De meeste schouwburgen, waaronder ook de Kortrijkse Stadsschouwburg, beschikten over een collectie algemene decors, décors de répertoire. Voor de per trein rondreizende gezelschappen, zoals de Comédie-Française of de Opera van Gent (toen het Grand Théatre de Gand) zijn het stockstukken waarbij ze voor hun opera’s Aïda, Carmen, Faust, Die Walküre, La Bohème, Lakmé… enkel maar de ‘kast’ van de gigantische decorzaal moeten openen.

Registratie van één van de zetstukken uit het Palais romain (1914)

Registratie van één van de zetstukken uit het Palais romain (1914)

Vlaamse en Europese topstukken

De Kortrijkse decors, waarvan er vijf ensembles in 2018 als topstuk werden genomineerd, en waarvan het geheel ook beschermd is als deel van de geklasseerde Schouwburg, werden ontwerpen op maat van het gebouw door de meest gevraagde décorateur of theatervormgever van ons land.

Rond de eeuwwisseling was Albert Dubosq (1863-1940), Parijzenaar van geboorte en intussen gevestigd in Brussel, een publieke vaste waarde en voorzag heel wat theaterzalen en producties in Europa van decors. Dubosq genoot een opleiding bij vier Parijse topdecorateurs, en schilderde mee aan wereldpremières in onder meer de Munt en de Opéra Garnier. In de Munt zou hij ook hoofdontwerper worden, om vanaf 1907 als ondernemer zijn diensten aan te bieden. In z’n grootste atelierhallen in Molenbeek waren de décorateurs ambachtslui/artiesten die bijdroegen bij tot de illusionistische Gesamtkunst van het theater, gepokt en gemazeld in de realistische en naturalistische weergave die de romantische setting van het theater volledig moesten maken. Tegelijkertijd stond Dubosq op het eind van een lange traditie, en zou de twintigste eeuw niet veel later radicaal breken met het tweedimensionaal realistische decor, zo sterk zelfs dat we ons vandaag de beleving en appreciatie door de negentiendeeeuwse burgerij nog amper kunnen voorstellen.

In Kortrijk zouden talloze operettes, lokale toneelvoorstellingen, dansvoorstellingen of culturele avonden de stukken in en uit de decorzaal blijven slepen. Hun lange actieve leven in Kortrijk behield hen zo van het modernisme dat in de grote theaterhuizen soortgelijke decors veelal richting vochtige vergeetkelder, afvalberg of zelfs brandstapel duwde. Honderd jaar later beschikt Kortrijk zo over het meest volledige Europese ensemble van historische theaterdecors, zo vlooide onderzoeker Bruno Forment uit.

Als unieke getuigen spreken de decors boekdelen over de theaterpraktijk van de negentiende eeuw en de belle époque, zoals die ook met gelijkaardige sets van Dubosq in Vlaamse steden te zien was, en dit veelal voor optredens van belangrijke Belgische gezelschappen uit de tijd. De decors getuigen bovendien van het oeuvre en de artistieke kwaliteit van Dubosq en diens uitstraling als décorateur, geworteld in een lange traditie en beïnvloed door de schilderkunst van de tijd. Denk daarbij maar aan de kleurenpracht en de trompe-l’œils in de Place publique italo-espagnole-arabe, geschilderd vanuit een Carmen-productie, maar veelzijdig inzetbaar. Niet toevallig werd dit ensemble voorgedragen als één van de vijf sets op de Vlaamse Topstukkenlijst.

Palais gothique (1914): als theatraal staal van de neogotiek gaat dit décor riche terug op onder andere de gotische zaal van het Brusselse stadhuis

Palais gothique (1914): als theatraal staal van de neogotiek gaat dit décor riche terug op onder andere de gotische zaal van het Brusselse stadhuis

Erfgoed met een uitdagend kantje

De decorstukken, met hun afmetingen tot soms 7 meter hoog en een breedte tot 14 meter, en hun lichte structuur van houten geraamten en linnen doeken, vormen huzarenstukken om te bewaren. In Kortrijk kregen ze dan ook een afzonderlijke en specifiek ontworpen ruimte in het in 2018 geopende erfgoeddepot Trezoor.

Place publique italo-espagnole-arabe

Place publique italo-espagnole-arabe (1920/21): dit veelzijdig ensemble deed dienst als Spaans plein in de Carmen-opvoeringen en kon met allerlei alternatieve elementen omgebouwd worden tot een Italiaans of een Spaans-Moors plein

Dat houdt de stukken echter niet achter slot en grendel. In de lente van 2021 staat een nieuwe participatieve restauratiecampagne gepland. Een eerste vakkundige restauratie in 2012-2013 pakte het Palais romain aan; nu zal een restauratrice, samen met heel wat helpende handen, het Forêt asiatique aanpakken. Zo stoomt de Stad het Forêt asiatique klaar voor het stadsfestival Paradise in 2021.

Een groot deel van de stukken, en met name de oudste stukken, blijven nog even achter slot en grendel, en in een beschermende plasticverpakking. Met de glorie van de negentiende-eeuwse theaters, gingen immers ook de drama’s van grootse theaterbranden gepaard. Brandveiligheid was dan ook hèt aandachtspunt in het begin van de daaropvolgende eeuw. In 1914 besloot het Kortrijkse bestuur de decors ouder dan die van Dubosq aan de achterzijde te beschermen met een brandwerend middel. De uiteindelijke keuze viel op asbestpapier. Die laag versterkte de schilderlaag, wat op haar beurt tot een betere bewaring leidde, maar het stelt de beheerders op vandaag voor een enorme uitdaging. Daar worden nog volop naar passende ‘erfgoedveilige’ oplossingen gezocht.

De balzaal van de Schouwburg in de jaren 30, met in de achtergrond het Grand décor intérieur uit 1914

De balzaal van de Schouwburg in de jaren 30, met in de achtergrond het Grand décor intérieur uit 1914

Met een vernieuwende blik

Honderd jaar na datum brengt de Schouwburg Kortrijk voor de volledige lengte van haar feestseizoen 2020-21 de sfeer van de beginjaren terug. Weg zijn de rode stoeltjes. Net zoals dit in de tijd van Dubosq voorzien was, is de ‘balzaal’ terug van weggeweest en zit je als publiek terug op de hoogte van de scene. Een permanente mini-expo neemt je ook mee doorheen het theaterverleden van de stad. Daarnaast programmeert de Schouwburg heel wat activiteiten die je letterlijk onderdompelen in het roemrijke verleden van het gebouw, inclusief haar decors. Het echte verjaardagsfeest is ondertussen – onder invloed van Covid – ettelijke malen gewijzigd. Maar creativiteit kent geen grenzen. Het Schouwburgteam slaat de handen in elkaar met Kortrijkse artiesten en zo ontstaat eind november Schouwburgland. Het wordt een tentoonstelling, maar ook een voorstelling. Het wordt een magische, theatrale totaalbelevenis die je meeneemt door het gebouw en de geschiedenis van de Schouwburg. Hou www.schouwburgkortrijk.be in de gaten om te zien hoe dit programma zich verder ontwikkelt.

Erfgoed zuidwest is de cultureel-erfgoedcel voor ZuidWest-Vlaanderen en actief in Anzegem, Avelgem, Deerlijk, Harelbeke, Kortrijk, Lendelede, Menen, Spiere-Helkijn, Waregem, Wevelgem, Wervik & Zwevegem. Als burger, vereniging, bedrijf of gemeente kan je bij erfgoed zuidwest aankloppen voor advies in de zorg voor en ontsluiting van roerend en immaterieel cultureel erfgoed.

Topstukkendecreet

Het Topstukkendecreet is een wettelijke regeling die de Vlaamse Gemeenschap in staat stelt om roerend cultureel erfgoed voor Vlaanderen te behouden. Het gaat om zeldzame en onmisbare cultuurgoederen met een bijzondere archeologische, historische, cultuurhistorische, artistieke of wetenschappelijke betekenis.

Op welke manier zijn deze Topstukken beschermd? Het decreet bepaalt dat de Vlaamse overheid toelating moet verlenen om ze buiten Vlaanderen te brengen. Fysische ingrepen op de beschermde voorwerpen zijn enkel toegestaan nadat de minister van Cultuur hiervoor de toestemming heeft gegeven. Om de Vlaamse Topstukken optimaal te bewaren, kunnen de eigenaars subsidies bekomen, die tot tachtig procent van de kosten voor conservatie en restauratie dekken.

De Topstukkenraad adviseert de minister over de toepassing van het decreet. Er is al een negenhonderdtal stukken (zowel individuele objecten als collecties) opgenomen in de Topstukkenlijst.

Literatuurlijst

Forment, Bruno. Zwanenzang van een illusie: de historische toneeldecors van de Schouwburg Kortrijk. Handelingen KGOKK, LXXX. Kortrijk: Koninklijke Geschied- & Oudheidkundige Kring, 2015, 186 pagina’s.

Download hier de pdf

202053