In het idyllische dorp Sint-Amands-aan-de-Schelde bevindt zich het Provinciaal Museum Emile Verhaeren: een kleinschalig maar uniek museum dat focust op Verhaerens’ rijke literaire erfenis.

Dichtbundel Les Villes Tentaculaires (1895) van Emile Verhaeren, kaftillustratie van Theo Van Ruysselberghe

Dichtbundel Les Villes Tentaculaires (1895) van Verhaeren, kaftillustratie van Theo Van Ruysselberghe 

Verhaeren als dichter

Het oeuvre van de in Sint-Amands geboren Emile Verhaeren (1855-1916) bestaat voornamelijk uit poëzie, maar ook zijn theaterteksten, kortverhalen en kunstkritieken hebben zeker hun belang gehad. Als Vlaamse schrijver heeft hij die bijzonderheid dat hij zijn volledige oeuvre in het Frans geschreven heeft, de toenmalige internationale cultuurtaal bij uitstek.

Het poëtische oeuvre van Verhaeren telt zo’n dertig dichtbundels, die evolueren van naturalisme tot symbolisme en vitalisme. Het was onder meer doordat hij aan het symbolisme een sociale dimensie wist te geven dat hij zich een plaats in de literatuurgeschiedenis verworven heeft. De dichter schreef over de gewone dorpeling of de arbeider, over de neergang van het vredige plattelandsleven en de om zich heen grijpende industrialisatie in de steden. Hij had oog voor de sociale emanciperende bewegingen en was één van de eerste die over de moderniteit van de grote stad schreef in de dichtbundel Les Villes Tentaculaires (1895), die zelfs beroemde dichters als F.T. Marinetti en Majakowski geïnspireerd heeft.

Foto van Emile Verhaeren door Eugène Guérin, 1888

Foto van Emile Verhaeren door Eugène Guérin, 1888 

Verhaeren had zowel voeling met de volksmensen, die hij onder meer beschreef in de reeks Toute la Flandre (1904-1911), als met de internationale elite - kunstenaars, schrijvers en intellectuelen - in de Europese grootsteden, waar hij nauwe vriendschapsbanden mee onderhield. Hij was een internationale figuur die zich voorstander toonde van het ideaal van een verenigd Europa; een ideaal dat verwoord werd in het gedicht ‘L’Europe’ uit de bundel La Multiple Splendeur (1906). Hij droomde van een meertalig onderwijssysteem dat de toenadering tussen de volkeren zou bevorderen. Door zijn vernieuwende literaire activiteiten genoot Verhaeren reeds tijdens zijn leven internationale faam. Zijn dichtbundels en teksten zijn vertaald in een dertigtal talen. 

Portret van Emile Verhaeren door Georges Tribout, 1907

Portret van Emile Verhaeren door Georges Tribout, 1907 

La Dame en noir. Odilon Redon, titelblad in dichtbundel Les Flambeaux Noirs van Emile Verhaeren

La Dame en noir. Odilon Redon, titelblad in dichtbundel Les Flambeaux Noirs ( 1890) van Verhaeren 

Le Sonneur ( 19 12), ets van Ramah bij het gedicht van Emile Verhaeren in de bundel Les Villages illusoires

Le Sonneur ( 1912), ets van Ramah bij het gedicht van Verhaeren in de bundel Les Villages illusoires 

Verhaeren als kunstcriticus

Verhaeren was een regelmatig medewerker van het kunsttijdschrift L’Art Moderne (1881-1914), het belangrijkste Belgische kunsttijdschrift en tevens een tribune voor de innoverende kunstenaars van Les XX en later van La Libre Esthétique. Van 1885 tot 1899 maakte hij zelfs deel uit van de kernredactie van dit tijdschrift. Als gedreven kunstcriticus bezocht Verhaeren musea, galerijen en ateliers in heel Europa en onderhield hij nauwe contacten met vele kunstenaars. Meerdere van zijn dichtbundels waren geïllustreerd door of opgedragen aan zijn kunstenaarsvrienden. In zijn privécollectie bevonden zich kunstwerken van Pierre-Auguste Renoir, Paul Cézanne, Edgar Degas, Georges Seurat, Paul Signac,Théo Van Rysselberghe, George Minne en van vele anderen.

Verhaeren schreef verschillende monografieën over beeldende kunstenaars, waaronder één over het vroege werk van James Ensor in 1908. Hij was tevens de eerste die over de kunst van Fernand Khnopff gepubliceerd heeft.

Theaterstuk Les Aubes van Verhaeren, kaftillustratie door Theo Van Ruysselberghe  Karl Teige (Tsjechische vormgever), Svitani -Les Aubes ( 1925) van Verhaeren  Foto van Emile Verhaeren en zijn vrouw Marthe Massin,

Links boven: Theaterstuk Les Aubes ( 1898) van Verhaeren, kaftillustratie door Theo Van Ruysselberghe 

Rechts boven: Karl Teige (Tsjechische vormgever), Svitani -Les Aubes ( 1925) van Verhaeren 

Onder: Foto van Emile Verhaeren en zijn vrouw Marthe Massin, fotograaf Domac 

Korte historiek van het museum

Het Verhaerenmuseum is de enige plaats in België waar de collectie van Verhaeren permanent toegankelijk is. Overige instellingen die over een Verhaerencollectie en archief beschikken zijn het Museum Plantin-Moretus in Antwerpen, de Koninklijke Bibliotheek / Archives et Musée de la Littérature in Brussel en de Provincie Henegouwen.

Het Verhaerenmuseum werd in 1955 door Verhaerens achterneef René Gevers opgericht in Het Veerhuis aan de Kaai van Sint-Amands. Eind jaren 1960 leidde een meningsverschil tussen Gevers en de museumbeheerders ertoe dat Gevers zijn volledige collectie terugtrok en een eigen privé-Verhaerenmuseum opzette in Ruisbroek-Sauvegarde. Het is deze collectie die uiteindelijk verkocht werd aan de Archives et Musée de la Littérature.  

Met de steun van de Provincie Antwerpen werd er in Sint-Amands een nieuwe collectie uitgebouwd. Het aanvankelijk in Het Veerhuis gevestigde museum verhuisde in 1997 naar de eerste verdieping van het gerestaureerde pand De Leeuw in de Emile Verhaerenstraat, waar destijds Verhaerens geboortehuis was. Dit provinciale museum wordt sinds 1995 beheerd door het Emile Verhaeren Genootschap vzw, waarin leden van de provincie, de gemeente en privépersonen zetelen. Naar aanleiding van Verhaerens 150ste verjaardag in 2005 onderging het museum een volledige herinrichting en kreeg het zijn huidige hedendaagse uitzicht.

Nieuwe permanente presentatie

Binnenzicht Provinciaal Museum Emile Verhaeren, Fotograaf Peter Waterschoot. Entropia-reeks, Graftombe van Emile Verhaeren en Marthe Massin,

Boven: Binnenzicht Provinciaal Museum Emile Verhaeren, Foto: P Schockaert

Midden: Fotograaf Peter Waterschoot. Entropia-reeks. fotoprints, 2009-2010 (5 uur  's morgens Aquarium). 

Onder: Graftombe van Emile Verhaeren en Marthe Massin, Foto: Jeroen Opdebeeck

Het ontwerpbureau B-P project.297 van Monique Verelst uit Sint-Pieters-Leeuw realiseerde de scenografie. Zij koos voor een evocatie met lange en smalle, modernistische houten tafels, die elkaar kruisen in de centrale ruimte en die verder variabele posities innemen. Sommige tafels hebben een tentaculaire vorm als een grijparm, een andere heeft de vorm van een schoolbank, nog een andere ligt op haar kop. Voor het concept met de tafels inspireerden de ontwerpers zich op het bekende schilderij De Lezing van Théo Van Rysselberghe (MSK-Gent), waarop men Verhaeren aan een tafel kan zien, omringd door enkele van zijn vrienden terwijl hij met veel omhaal een gedicht voordraagt. Het idee om mensen samen te brengen rond de tafel werd het uitgangspunt voor het ontwerp.

De tafels zijn voorzien van laden, waarin je naar hartenlust het werk van Verhaeren kan ontdekken. Dit concept laat toe dat er dynamisch omgesprongen wordt met de permanente collectie en het archief. Tijdens wisselende tijdelijke tentoonstellingen wordt de inhoud van de laden en de vitrinekasten voortdurend aangepast aan het behandelde thema.

In de tentoonstellingsruimte is er geen echt vast parcours dat moet gevolgd worden. In de verduisterde zalen dompel je als vanzelf onder in de symbolisch geladen taal van het begin van de twintigste eeuw. Je leest er gedichten en bewondert er bibliofiele uitgaven met rijkelijk uitgewerkte boek- en omslagillustraties van kunstenaars als Théo Van Rysselberghe, George Minne, Odilon Redon, Fernand Khnopff, Lucien Pissaro, Aristide Maillol, Frans Masereel.

Sedert 2008 is de nieuwe conservator, dr. Rik Hemmerijckx verantwoordelijk voor het tentoonstellingsprogramma. Hij brengt literair-historische exposities waarin bepaalde facetten van Verhaerens oeuvre of persoon worden uitgelicht, en probeert die telkens ook te verbinden met hedendaagse tendensen in de kunst en de literatuur, om Verhaerens werk te actualiseren.

Zo wordt er momenteel in de zijlijn van de thematische tentoonstelling werk getoond van de jonge fotograaf Peter Waterschoot in confrontatie met fin de siècle werken van Spilliaert en Khnopff.

Les Pècheurs ( 1912), ets van Ramah bij het gedicht van  Emile Verhaeren in de bundel Les Villages illusoires,

Les Pècheurs ( 1912), ets van Ramah bij het gedicht van Verhaeren in de bundel Les Villages illusoires 

Praktische informatie

Provinciaal Museum Emile VerhaerenOpen van 1 september tot 31 oktober 2010 tijdens weekends en feestdagen - Sint-Amands

Download hier de pdf

Dichter aan tafel