Archief

Eindelijk is het zover. De getalenteerde Belgische impressionist Albert Baertsoen (1866-1922) doemt op uit de grijze sluiers van de kunsthistorie. Gewaardeerd bij verzamelaars met een scherp oog, schuilt hij nog steeds in de schaduw van stralende luministen als Emile Claus en Theo van Rysselberghe.

Collagekunst is een springlevende eeuwelinge, al werd ze vaak in het hoekje als het ietwat kleine broertje van schilderkunst en beeldhouwkunst geplaatst. De gebruikte materialen zijn zelden edel, de techniek lijkt schijnbaar simpel. De collagemaker bezweert de beeldenstorm die hem omringt en de opkomst van de collage loopt parallel met die van de dag- en weekbladpers. Maar ook de idee dat iedereen een kunstenaar is, zoals Joseph Beuys (1921-1986) stelde, speelt mee.

Met de tentoonstelling Vrouwelijke Blik viert Fondation A Stichting in Vorst haar tienjarige bestaan en toont daarmee aspecten waar het voor staat. Béatrice Andrieux selecteert foto’s van vrouwelijke fotografen uit de collectie van Astrid Ullens de Schooten Whettnall. Deze vrouwen delen een maatschappelijk, sociaal geëngageerde visie.

Negen identieke huisjes, grenzend aan het door Lou Jansen en Rudi Schiltz ontworpen bolvormige atelier. Twee kleinere werkplekken, als iglo’s weggevlucht uit een album van Kuifje. Reeds vijftig jaar lang zoomt het Frans Masereel Centrum in op grafische technieken en organiseert het een internationale residentiewerking. Fotografe Louise D’Eer en ik trokken naar Kasterlee, doken even in de ervaring.