Eerst kwamen ze druppelsgewijs naar Genk, in het kielzog van de natuurwetenschappers. Tegen het einde van de 19de eeuw kregen honderden landschapschilders er vaste voet aan grond werd het kleine Kempendorp Genck heinde en ver bekend als station d'artistes, een hemel op aarde voor plein-airisten.
De eindeloze monotonie van dit unieke Kempische landschap met verschillende gronden, van stuifduinen tot moerassen, raakte doorheen de tijd meer en meer versnipperd door de opkomende industrie. Landmarks van grondverzet, zoals de terrils uit het mijnbouwverleden, hertekenen vandaag de Genkse horizon en verbeelden het lappendeken waar grond-, tijds- en betekeninslagen op, naast en door elkaar bestaan.
Net zoals de Genkse bevolking, is ook het landschap vandaag verscheiden. En net zoals in de 19de eeuw, is het landschap ook vandaag nog steeds een bron van inspiratie voor kunstenaars die de horizon afschuimen en de diepte ingaan, letterlijk en figuurlijk.
Met werk van Lieve Kauwenberghs, Mathias Kuypers, Maaike Leyn, Michèle Matyn, Otobong Nkanga, Liesl Roos, Bart Van Dijck, Kristof Vrancken, Stijn Wybouw, Caroline Coolen en Greet van Autgaerden in dialoog met kunstenaars uit het historische Station d'Artistes Genck
Afbeelding: In de expo Gegrond gaan meesters van vroeger en nu in dialoog. Caroline Coolen doet dat in het vroegere atelier van Emile Van Doren, in beeld en geluid, met de installatie Still Waters, naast het monumentale schilderij Zicht op de Molenvijver uit 1891 van Vlaamse meester Joseph Coosemans (1828-1904).