Kunst die binnenkomt

M Leuven kreeg onlangs voor minstens tien jaar twee benijdenswaardige verzamelingen in bruikleen voor minstens tien jaar. De expositie ‘Kunst die binnenkomt’ stelt ze met trots aan het publiek voor, niet afzonderlijk uitgelicht maar in dialoog met vijf geschonken verzamelingen uit het verleden die het museum zijn identiteit gaven.
Het themanummer bespreekt onder andere de twee uitzonderlijke verzamelingen die M in 2023 toevertrouwd kreeg. Ze zijn ongeveer even groot, elk zo’n zeventig kunstwerken. De collectie van het inmiddels overleden echtpaar Hans van der Velden en Netty Teurlings, die door hun kinderen ter beschikking van M werd gesteld, bevat 48 middeleeuwse sculpturen uit de Lage Landen, Duitsland en Frankrijk. Ze vormen een gedroomde aanvulling op het al rijke religieuze beeldenbezit van M, hoofdzakelijk afkomstig uit het hertogdom Brabant.
Daarnaast verzamelde het echtpaar 26 voornamelijk Hollandse meesters uit de zeventiende eeuw. Opvallend: geen religieus werk, wel dierenschilderijen van Paulus Potter en Melchior d’ Hondecoeter, bloemstukken van Balthasar van der Ast en Jan van Kessel I, landschappen van Jan van Goyen en Philips Wouwerman, stillevens van Floris van Schooten en Willem Kalf en een spannende marine van Willem van de Velde II. Helemaal anders van tijd en inspiratie zijn de zeventig schilderijen en tekeningen die de tweede collectie uitmaken. De verzamelaar, die anoniem wenst te blijven, gaf dertig werken van Léon Spilliaert in langdurige bruikleen, naast kleppers als James Ensor, Constant Permeke, Gust De Smet, Edgard Tytgat en Gustave Van de Woestyne. Ze vullen een hiaat in de collectie van M, waarin Vlaamse kunst uit 1900-1930 ondervertegenwoordigd was.