Wandtapijten waren eeuwenlang een van de topproducten van Vlaanderen, bestemd voor de Europese elite. Achter dit prestige schuilt een complex kluwen van kunstenaars, ateliers, handelaars en politiek.

Toen onze gewesten nog stevig ingebed waren in het Habsburgse wereldrijk, behaalden de Brusselse tapijtwevers veel succes. In de loop van de zeventiende en vooral in de achttiende eeuw veranderde dat. Onze gewesten werden het slachtoffer van een niet aftlatende strijd tussen Frankrijk, de Habsburgers, Engeland en het jonge Holland. Zo kreeg Vlaanderen in die periode de ene militaire en/of economische ramp na de andere te verduren. In de kunstgeschiedenis hebben die gevolgen niet veel aandacht gekregen. Men is het er bijna twee eeuwen eens over geweest dat na de periode van de Aartshertogen en de dood van hofkunstenaar Rubens, de fut eruit was en decadentie volgde (tot het begin van de negentiende eeuw). Die perceptie is nog niet helemaal verdwenen.

Is Brussel zeer bekend gebleven voor zijn wandtapijtproductie, dan mag men niet vergeten dat Antwerpen en Oudenaarde ook een grote rol hadden. De conservator van de afdeling wandtapijten van het Jubelpark, Ingrid De Meûter, heeft vroeger al een doctoraat over de Oudenaardse tapijten gepubliceerd. En ze is blijven zoeken. Het resultaat is een nieuw boek, fraai uitgegeven door de provincie Oost-Vlaanderen. Daarin beschrijft ze het wel en wee van de voornaamste tapijtfirma in Oudenaarde, de familie Van Verren, in de periode 1680-1740. Het gaat om Pieter van Verren, de leider van het bedrijf in Oudenaarde, en zijn twee broers, Jan, die in Antwerpen werkzaam was, en Frans, die ook in Oudenaarde werkte, en tenslotte diens zoon Jan, die op jonge leeftijd naar Parijs gestuurd werd. De daaropvolgende generatie zette het bedrijf voort, maar daar bestaat minder informatie over. Ingrid De Meûter steunt op de omvangrijke briefwisseling tussen de vier hoofdpersonen die in het archief van Oudenaarde bewaard bleef.

Vlaamse wandtapijten - Productie en handel

Dr. Ingrid De Meûter, Vlaamse wandtapijten. Productie en handel.  De Oudenaardse familie Van Verren (1680-1740) 496 blz. - 45 euro  Provinciebestuur Oost-Vlaanderen, www.oost-vlaanderen.be

Zij heeft daarnaast aandacht voor alle partijen in de productie van een wandtapijt, van de opdrachtgevers, bedrijfsleiders, patroonschilders tot de uitvoerders. Voor dat laatste werd vaak een beroep gedaan op thuisarbeid bij landbouwerfamilies, die daar in de winter tijd voor hadden, voor fragmenten wel te verstaan (het is dus niet zo dat er ‘wandtapijtfabrieken’ waren). Al die stukken werden op een bepaald moment samengevoegd. De klant had ook keuze voor de boord. Er bestond een grote soepelheid op dat gebied – dat had alles te maken met het aanpassingsvermogen en de fantasie van de patroonschilders. Zij zorgden immers voor de kartons (op ware grootte) die onontbeerlijk waren voor de uitvoering. Er zijn helaas niet veel van die kartons bewaard gebleven. De Meûter bespreekt het werk van tientallen patroonschilders, die soms samenwerkten en vaak in verschillende centra actief waren. We krijgen hier dus een ander beeld dan dat wat in musea (op doek) te zien is.

De oorlogen veranderden voortdurend de commerciële mogelijkheden. Als Oudenaarde door de Fransen bezet was, verkocht men wat vlotter in Parijs, een interessante markt. Maar er waren ook klanten in het andere kamp. En er kon altijd ruzie ontstaan over de ontwerpen tussen de verschillende tapijtsteden. Als men denkt aan de vele discussies over internationale handel vandaag, dan krijgt het historische onderzoek van Ingrid De Meûter een bijzondere waarde, als voorbeeld van een baanbrekende benadering van onze oude kunst (en geld en politiek).

Boeken

Dr. Ingrid De Meûter

Vlaamse wandtapijten. Productie en handel. De Oudenaardse familie Van Verren (1680-1740)

496 blz. - 45 euro - Provinciebestuur Oost-Vlaanderen

Download hier de pdf

Vlaamse wandtapijten - Productie en handel