De Weense schilder Egon Schiele heeft zijn vrouw Edith hier ten voeten uit afgebeeld, frontaal, het hele beeldvlak vullend, terwijl de achtergrond geen interieur suggereert maar een effen vlak vormt. Op het eerste gezicht lijkt het een betrekkelijk traditioneel portret. Toch bevat het een aantal intrigerende bijzonderheden.
De grote kleurige vorm van de lange rok heeft tegen de effen achtergrond een monumentale decoratieve werking. Maar er is een allerminst monumentale, ijle, spitse gespannenheid en nerveusheid in de subtiele contouren en binnentekening van het gelaat, de handen en de in een doorzichtige witte bloeze met hoge kraag gehulde schouders en armen. Deze nerveuze gespannenheid wordt nog geaccentueerd door de uitzonderlijk langgerekte proporties van de hele figuur.