De portretkunst is een cultuurverschijnsel, dat in de Westerse wereld verloren gaat met de ondergang van de Romeinse oudheid en op het einde van de middeleeuwen herboren wordt. Zij blijft vooralsnog voortbestaan in de kunst en in de fotografie. Zolang de mens ervaren wordt als een entiteit met persoonlijke kenmerken, zal de behoefte blijven bestaan om zijn gelaatstrekken te fixeren. Elke generatie drukt haar eigen stijl op de weergave van het gelaat, spiegelbeeld bij uitstek van de innerlijke geaardheid van de mens. Zo kennen wij portretten waarin om de beurt het devote, het aristocratische, het zelfbewuste, het zelfvoldane, het burgerlijke en het miserabilistische karakter van de mens naar voren treedt. Een portret kan boeiend, banaal of vervelend zijn. Dat hangt in de eerste plaats af van de portrettist, van zijn waarde als mens en van zijn begaafdheid als kunstenaar.

In het begin van de 15de eeuw neemt de portretkunst in de Nederlanden een uitzonderlijke vlucht met Jan van Eyck. De kracht van zijn visueel waarnemingsvermogen, zijn scherpe intelligentie en zijn begaafdheid om aan het menselijk gelaat reliëf te geven zodat het ademend in de ruimte komt te staan is een innovatie zonder voorgaande. Aan zijn geniale portretkunst zijn ten minste vijfhonderd jaar schilderkunst schatplichtig.

Naast Jan van Eyck verschijnt Rogier van der Weyden, anders geaard en besnaard dan zijn oudere tijdgenoot. De ijskoude gloed waarmee Jan van Eyck de werkelijkheid uitdiept om er de geestelijke waarde van te doorpeilen ligt hem niet. 

Van der Weyden neemt in zijn portretkunst een godsdienstige visie als uitgangspunt.

Het realistisch element in de voorstelling is een middel om de devote mens te personaliseren. Hij staat op de tweespalt tussen de middeleeuwse levensbeschouwing, die in denken en doen een opgang ziet naar God en het humanisme in wording, dat aan de mens een eigen betekenis toekent. In dat klimaat schildert hij tweeluiken, waarvan de ene helft de Madonna met Kind en de andere helft de devote besteller voorstelt. Zij vormen een onderwerp van vrome overpeinzing, een 'Andachtsbild' zoals dat in het Duits heet.

De rechterhelft van het tweeluik stelt Filips de Croy voor. Houding en mimiek duiden aan dat de geportretteerde zich in een religieuze symboliek verdiept. De handen met het bidsnoer vouwen zich in een gebaar van aanbidding en vormen een belangrijk onderdeel van de compositie. De blik keert zich van ons af en richt zich op een bovenzinnelijke realiteit. Aangezien de cultus van Maria opgang maakt, ligt het voor de hand dat de devotie van de Croy tot haar is gericht. Als tegenhanger van het Antwerps portret wordt de Madonna uit de Huntington Art Gallery te San Marino in Californië genoemd. De juistheid van deze hypothese doet hier weinig ter zake. Het is alleen belangrijk de oorspronkelijke functie van het portret te kennen om het beter te kunnen begrijpen.

De beeltenis van Filips de Croy is een voorbeeld van het genre laat-middeleeuws aristocratisch portret. De kerk regeert, de adel dient haar hierbij tot steun, zodat de devote edelman toch niet volkomen anoniem wenst te blijven. Op de rugzijde van het paneel is zijn familiewapen geschilderd met de vermelding van zijn naam (Ph)ilippe de Croy en van zijn titel (Seig)neur de Sempy. Aangezien Filips de Goede hem op het einde van 1460 tot Heer van Quiévrain en baljuw van Henegouwen benoemde, moet het portret ten laatste in 1460 geschilderd zijn. De Croy, die in 1473 door Karei de Stoute tot ridder van het Gulden Vlies verheven wordt, staat aangeschreven als een van de meest gecultiveerde edellieden van het Bourgondische hof, die kostbare handschriften in zijn bibliotheek verzamelde.

Rogier van der Weyden,  Portret van Filips de Croy

Rogier van der Weyden, Portret van Filips de Croy

Ontleden wij bijgaand portret in zijn stoffelijke verschijning. De man lijkt 30 jaar oud, wat aannemelijk is, vermits zijn geboortedatum omstreeks 1431 wordt gesitueerd. Hij is ten halven lijve afgebeeld, gaat gekleed in een donkerpaars wambuis en is gekapt naar de mode, die omstreeks 1460 aan het Bourgondische hof in zwang was. Het haar is van de kruin weg naar beneden gekamd en ter hoogte van wenkbrauwen en oren rondom geknipt. Een ragfijne gouden ketting ligt in verschillende rijen rond de hals. De linker hand is met een ring versierd. Al wat op rijkdom en aanzien duidt blijft binnen de perken van soberheid en goede smaak.

De donkergroene achtergrond vertoont een ongewoon patroon van regelmatige vierkanten. Ongetwijfeld zijn de zware, strakke lijnen het resultaat van een restauratie. Vermoedelijk heeft van der Weyden een stuk opengeplooide stof afgebeeld waarvan de vierkante vouwen door zachte schaduwen werden aangegeven. Hij gebruikt wel vaker een kostbaar en fijn geweven stuk linnen als achtergrond voor zijn personages.  De overheersende paars-groene combinatie van wambuis en achtergrond heeft een volle klank en verhoogt het licht dat uit de carnatie van gelaat en handen straalt. Het essentiële van het portret wordt op die manier naar voren gehaald en met de meeste zorg behandeld. Scherp tekent zich de omtreklijn van het hoofd in driekwart gezien tegen de achtergrond af. Als gebeeldhouwd komen de trekken van Filips de Croy uit de verf te voorschijn, want niet alleen de lijn bepaalt de vorm. In de gladde schildering van de vleeskleur komen halve tonen en modulerende schaduwen naar voren, die de anatomische structuur van het gelaat duidelijk in reliëf zetten. Een hoofse cultuur en het besef van een adellijke afstamming hebben de trekken van de jonge man duidelijk gemerkt. Zijn roerloze houding verraadt een aristocratische terughoudendheid. Alhoewel de Croy vast niet verstoken kan geweest zijn van een behoorlijke dosis ambitie en zelfbewustheid, toont hij zich toch in de eerste plaats een nederig onderdaan van God.

Van der Weyden legt de nadruk op de devote uitdrukking van zijn model, zonder daarom de details van het gelaat te verwaarlozen. Het hoofd is lang, mager, rimpelloos. Koelgrijs zijn de ogen. De neus is opvallend smal en lang, de kin hakvormig. De gesloten mond vertoont een fijngesneden bovenlip en een vlezige, zware onderlip. Een dergelijk gelaat wordt gemakkelijk in het geheugen geprent, maar behoudt iets raadselachtigs door de introverte houding van de man die zich tijdelijk onttrekt aan wat van deze wereld is en zich verdiept in een innige communicatie met het bovenzinnelijke.

Enkele punten bleven onopgehelderd. Tot nog toe kon de betekenis niet worden achterhaald van het monogram LP of TP in gouden letters links boven op het paneel aangebracht. Ook de spitse vingers waarvan de huid sprokkelig is en stijf geplooid ter hoogte van de gewrichten lijken niet te behoren tot dezelfde man, waarvan de soepele huid van het gelaat glad over de spieren gespannen ligt.

Rogier van der Weyden heeft o.m. met het portret van de Croy een vorm van portretkunst in de Nederlanden ingevoerd, die tot en met het einde van de 15de eeuw wordt nagevolgd en op het rigorisme van van Eyck de bovenhand haalt.

Het feit dat het besproken schilderij in een museum terecht gekomen is betekent dat het uit zijn oorspronkelijk verband gerukt, nu bewaard wordt als een autonoom artistiek voorwerp. Dat is het onvermijdelijk lot van elk kunstwerk of gebruiksvoorwerp dat zijn tijd overleeft. De macht, het fortuin, de mystieke vroomheid van Filips de Croy behoren onherroepelijk tot het verleden. Zijn portret is een historisch document geworden en tegelijk, voor wie het waarderen kan, een kunstwerk met autonome betekenis. Slechts enkele kunstenaars zijn er in geslaagd werken voort te brengen, die buiten hun tijdsgebonden bestaan een zuiver artistieke waarde blijven behouden. Het portret van Filips de Croy behoort tot die uitzonderingen.

Dowload hier de pdf

Rogier van der Weyden - Portret van Filips de Croy