In maart werd de eerste monografie van Elen Braga (1984) voorgesteld in het M HKA. Het boek biedt een diepgaand overzicht van vijftien jaar kunstenaarschap met thema’s als religie, ambitie, machtsstructuren en transformatie. Met essays van kunstcritici en curatoren die dicht bij de kunstenares en haar praktijk staan, belicht het de complexiteit van Braga’s oeuvre binnen een bredere kunsthistorische en maatschappelijke context. Braga ontrafelt contradicties en keert benaderingen van identiteit binnenstebuiten. Waar verlangen we naar? En wie bepaalt waar een ander aanspraakop mag maken?

Elen Braga’s branie

Pieter Vermeulen (red.) Elen Braga 304 blz. ISBN 978-94-9338-700-3 € 65 Borgerhoff & Lamberigts (Mer. Books) borgerhoff-lamberigts.be

De Braziliaanse kunstenares kwam in 2017 naar België voor een residentie in AIR Antwerp en heeft zich sindsdien niet meer losgeklikt uit het Belgische kunstenlandschap. Braga’s praktijk heeft haar oorsprong in performances als verzet tegen haar rigide religieuze opvoeding. Wat begon met vroege zelfportretten, groeide in Rosa (2010) uit tot het beschilderen van haar hele lichaam met roze verf – een radicaal naakt statement als afrekening met christelijke terughoudendheid. Elke artistieke keuze vergrootte daarna de afstand tot haar geloof.

In de plaats kwam een onvoorwaardelijk geloof in kunst. Het bracht haar tot absurditeiten die bestaande verhalen en identiteiten in vraag stellen. Ze plaatst zichzelf daarbij vaak als protagonist in mythische of religieuze taferelen, gehuld in een blauwe catsuit. In Dragon’s Mouth (2022) kijken we vanuit een grot naar een landschap met een ambiguë achtergrond: sterren of bommen, prachtige natuur of de apocalyps? Die ambiguïteit is intentioneel; Braga vindt dat haar werk geen oplossingen moet bieden, maar problemen moet voorleggen.

Elen Braga’s branie

In het boek gidst Ilse Roosens (curator bij Mu.ZEE) de lezer door Braga’s onderzoek naar morele codes en machtsdynamieken. Ze haalt aan dat Braga niet geïnteresseerd is in het goede en het slechte, maar in hoe moraliteit de mens beknot. Aansluitend leidt Laila Melchior (onafhankelijke curator) de lezer door Prophecies (2020), een werk vol historische en religieuze motieven, politieke kritiek en reflecties op de Braziliaanse en Westerse cultuur.

Braga’s arbeidsintensieve werkwijze is zowel fysiek als conceptueel uitdagend. Haar handgemaakte tapijten ontstaan uit trage handelingen die bijna performances op zich zijn. Kunstcriticus Raphael Fonseca schrijft in dat kader over haar overgang van performance naar tapijt en textiel. Daarnaast belicht curator Paulo Miyada het sleutelwerk Elen ou hubris (2020); een 5 bij 24 meter groot, 200 kilo zwaar zelfportret dat twee jaar in de maak was. Het werd in maart 2020 opgehangen aan de triomfboog in het Brusselse Jubelpark en verwijst naar Arachne, de Griekse weefster die een wedstrijd won met een spottende afbeelding van Zeus. Braga houdt geen trofee op, maar een halter. Dat hangt mooi samen met de foto op het achterplat van het boek: we zien Braga op haar vaders arm met een trofee die ze won met een schoonheidswedstrijd in 1990. Op een roze pagina lezen we: “This is my father holding me, the victorious one. This is me holding Nike (...) What is persistently imagined can become reality.” De titel en de schaal van Elen ou hubris indachtig, leidt Braga ons hier naar de snijlijn van hoogmoed en het actief najagen van hoop.

Elen Braga’s branie

Elen Braga, Elen ou hubris, 2020

De roze pagina’s zijn verspreid over het hele boek. Met dagboekfragmenten en snelle schetsen geven ze een intieme inkijk in Braga’s drijfveren. Overpeinzingen als “When I point to the problems in the world, I often find that the problem circles back to me” maken het boek tot een introductie van een kunstenaar die kunst inzet om zichzelf en de wereld te begrijpen. De vormgeving accordeert met de tastbare ervaring van Braga’s wereld. De cover is niet alleen afgesneden, zodat het materiaal zichtbaar wordt en de hoeken extra scherp zijn, hij ziet er ook aaibaar uit door de wollige close-up van een tapijt. Interessant daarbij is de analyse van kunsthistoricus Joanne Zielinska over hoe Braga’s textielwerken de draak steken met kunsthiërarchieën door handwerk en kunst samen te brengen.

Het boek presenteert Braga’s evolutie van het heden naar het verleden, een omgekeerde chronologie die verfrissend werkt. In zijn proloog geeft kunstcriticus Pieter Vermeulen daar een verklaring voor: een leven laat zich eenvoudigweg niet gieten in een lineair verhaal.