Het Modemuseum, dat is ook de straat

'Het parfum dreef mij naar het modemuseum. Het gebeurde onaangekondigd en onverwacht en toch niet toevallig. Die lijn kon ik pas achteraf traceren en toen scheen ze me logisch. Achteraf worden veel dingen duidelijk, alsof ook in chaos structuur zit, een onzichtbare structuur weliswaar.' 

Colette Coenegrachts is coördinator van het Stedelijk Modemuseum van Hasselt. 'Sommigen noemen me conservator, anderen directeur, hou het maar op coördinator.' 

'Ik ben vooral nieuwsgierig,' zegt ze. 'Ik wil weten en actief zijn, kennis verwer­ven en met die kennis iets doen. Uit mijn aangeboren nieuwsgierigheid heb ik al veel geleerd, besef ik.' Van opleiding is ze regentes. Ze gaf ondermeer geschiedenis en Latijn. 'Voor mij was het een roeping, lesgeven. Ik deed het met hart en ziel. 

En ik zag me doorgroeien in het onderwijs. Er was wisselwerking: van mij naar de leerlingen en van de leerlingen naar mij. Fascinerend. En dan wordt je job opge­heven. Vreselijk. Ik kwam op het archief van de stad Hasselt. Dat viel wel mee, maar ik dacht: ik wil een echte job. Iets voor mij. Op een dag zochten ze een coördinator van het modemuseum. Ik dacht: ik ga ervoor. Dat is mijn natuur: een plan, vastbijten en nooit meer loslaten. Ik kreeg de job.' Ze lacht een mooie lach, zonder trots. 

'Mode is voor mij sociale geschiedenis. Maar het was niet de mode die me naar dit schitterende huis bracht. Het parfum bracht mij naar hier. Met mijn echtgenoot was ik al een tijdje bezig met een privé­museumpje: het parfummuseum. We verzamelen geuren. We brengen flesjes samen. We gingen in het onderwerp helemaal op, al onze vrije tijd staken we erin. En toch was het genieten. Weet je, 
in de flacons zit een droomwereld, een wereld van verhalen. Als je het begint uit te zoeken, dan wordt verhaal geur.' 

Ze zegt: 'We blijven ermee bezig. Het is te fascinerend om het verhaal te laten schieten. Je weet dat je de afloop nooit achterhaalt, en toch blijf je zoeken. Je collectioneert, je zoekt op en leest, je studeert, je volgt colleges en je reist. Je reist je neus achterna.' Op tafel trekt ze een streep van noord naar zuid: 'We kunnen haast nooit om het Franse Grasse heen. Dat is zowat het Mekka van de parfumerie.' Ze kijkt op en zegt: 'Ik zeg we, want mijn echtgenoot en ik zijn beiden betoverd door het parfum. Hij tekent op kaart de weg uit, langs de kleinste weggetjes, langs de onooglijkste plekjes, en ik vul in met boekenwijsheid. 

We structureren onze tochten met aan­dacht: zo kunnen we lekker improviseren. En we gunnen ons alle vrijheid: we gaan met de moto.' Ze Jacht: 'Nee, ik rij niet zelf. En nee: we hebben geen twee moto's. Wie nieuwsgierig is wil altijd op ontdekking en dan weet je maar nooit of je tijdig in de stad van afspraak arriveert...' 

Ze zegt: 'Ik wil dingen zien, voelen, ruiken en maken. Volgende zomer ga ik op parfumcursus, en ik wil glas leren blazen, en ik wil weten hoe technische problemen opgelost worden. Zoals dat verhaal van de vrouw van Picasso: ze wou net dezelfde flacons als haar oorbellen. Mensen uit het vak zijn daar maanden mee bezig geweest. Kan je begrijpen wat een spanningen daarmee gemoeid zijn? Wat een queeste dat is? Bovendien gaan geuren een eigen leven leiden. Ik apprecieer een geur anders dan jij. Dit parfum zal op jouw huid een andere prikkeling opwekken dan op de huid van die man daar. Er zijn zoveel facetten dat het haast ondoorgrondelijk wordt. Wil je inzicht krijgen dan moet je grondig veldwerk verrichten, zo is dat.' 

'Mode is een verschijnsel. Wat in is, is alweer uit. Het gaat almaar sneller. Hoe vat je zoveel vergankelijke schoonheid in een museum? Ik vind het een prachtige uitdaging, jawel. Zo wordt het museum een momentopname uit het dagelijkse leven, want het modemuseum, dat is ook de straat. De mode van de jaren negentig hebben we eens getoond in spiegels: de mensen konden naar zichzelf kijken, zij waren de jaren negentig. En tevens is een modemuseum een oord van terugblikken. De mode van toen en nu verraadt heel veel van de manier waarop mensen leven. Er zit veel meer onder de kledij, dan je wel zou durven te vermoeden. Kledij is bij uitstek sociale geschiedenis. In baljurken hoor je muziek, in gesteven ondergoed ruist de Victoriaanse moraal... En je merkt dat de man allengs meer en meer in het beeld wordt opgenomen. Naast sociale geschiedenis is kledij psychologie. Kledij zegt iets over de bui waarin je verkeert. Over je intenties. Over je smaak. Over je gevoel voor kleur, en kleur is dan weer psychologie ... ' 

'Ik pieker weinig. Ik denk en ik leef en ik geniet evenveel van het leven als van mijn job. Wat me dwars zit is dat het leven zo verdraaid kort is. Hadden we maar een paar parallelle levens.' Ze lacht: 'Een paar is wellicht niet voldoende, althans: niet voor mij. Grapje.' 

Download hier de pdf

Colette Coenegrachts.pdf