Dat structurele subsidies niet aan elke kleinere culturele instelling kunnen gegeven worden, blijkt niet enkel in België. In Spanje is de Fundación Carlos de Amberes, een Spaanse stichting van Antwerpse oorsprong, in gevaarlijk vaarwater terecht gekomen door budgettaire krapte. De Fundación ziet zich mogelijk genoodzaakt een van de topstukken uit de collectie te verkopen: ‘Het Martelaarschap van Sint Andreas’ door Peter Paul Rubens.

De Fundación Carlos de Amberes werd in 1594 opgericht in Madrid door de handelaar Karel van Antwerpen, die in Spanje Carlos de Amberes werd genoemd. Over de man is niet veel geweten, behalve dat hij gevestigd was in Madrid en goede banden onderhield met het Spaanse hof. Uit onderzoek bleek dat hij over een groot zakelijk netwerk beschikte en via brieven nauwe contacten onderhield met de Nederlanden. Na zijn dood liet hij land na waarop een gasthuis moest worden gebouwd voor pelgrims en armen uit de Nederlanden in Madrid. Pas in 1621 startte Juan Gómez de Mora met de bouw van het gasthuis en een aanpalende kapel. In 1630 schonk Jan Van Vucht, vertegenwoordiger van de Antwerpse drukkerij Plantijn, ‘Het Martelaarschap van Sint Andreas’ door Rubens aan de kapel, waar het tot op de dag van vandaag hangt.

Rubens

Een veertigtal topwerken

Om een ruimer publiek te bereiken, werd vorig jaar een museum geopend, het Museo Carlos de Amberes. Het nieuwe museum legt de nadruk op Vlaamse en Nederlandse meesters uit de zestiende en zeventiende eeuw. Het huisvest een veertigtal kunstwerken van onder anderen Antoon Van Dyck, Jacob Jordaens en Peter Paul Rubens. Twintig van die werken werden in bruikleen gegeven door het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen dat wegens restauratiewerken gesloten blijft tot 2017. Tien andere werken komen uit het depot van het Prado, nog tien uit de Nationale Bibliotheek van Spanje, het Patrimonio Nacional en de Custodiastichting in Parijs.

Naast een museale functie, heeft de stichting ook een ruimere culturele invulling. In de tentoonstellingsruimte gaan allerhande activiteiten door, van symposia, conferenties, concerten, seminaries tot postgraduate opleidingen. Door het internationale karakter van die activiteiten heeft de Stichting haar oorspronkelijke doelstelling behouden: een (culturele) uitwisseling tussen Spanje en de Nederlanden.

Fundación Carlos de Amberes

Verkoop ‘Het Martelaarschap van Sint Andreas’

Tot nu toe steunde de Spaanse overheid samen met enkele privésponsors de Stichting financieel, hoewel het niet om structurele subsidies ging. Intussen worden door de economische crisis nog amper financiële middelen verstrekt. Hierdoor overweegt de stichting om het belangrijkste werk uit de collectie, ‘Het Martelaarschap van Sint Andreas’, te verkopen. Doordat het schilderij als topstuk is geklasseerd, mag het werk het land niet uit en zou het naar de collectie van het Prado gaan, dat zich als potentiële koper heeft aangeboden.

Met een aankoopsom van zo’n dertig miljoen euro, zou de Stichting uit de schulden zijn, maar zou wel een van haar belangrijkste werken en een van haar wezenlijke bestaansredenen verliezen. Het gebouw waarin het werk hangt, werd in Spanje tot Bien de Interés Cultural - beschermd erfgoed - uitgeroepen. Het schilderij maakt intrinsiek deel uit van dat interieur, waardoor het werk daar het best tot zijn recht komt.  

Peter Paul Rubens - Het Martelaarschap van Sint Andreas

Peter Paul Rubens - Het Martelaarschap van Sint Andreas

Geen alleenstaand geval

Dat een museum een deel van de collectie moet verkopen om een economisch gat te vullen, maakt vaak emoties los bij het publiek. Dit was eerder zo in Detroit, waar het Detroit Institute of Arts in 2013 werd verplicht werken te verkopen vanwege het faillissement van de gemeente. De mogelijke verkoop van een deel van de collectie, met onder andere meesterwerken van Degas, Seurat, Matisse en Bouguereau, choqueerde zo veel mensen dat een grootschalige inzamelactie werd georganiseerd. Daarbij werd meer dan achthonderd miljoen dollar ingezameld door privésponsors, stichtingen en de staat Michigan, waardoor de verkoop afgewend kon worden. Een ander voorval was de geplande verkoop van vijfentachtig schilderijen van Juan Miró door de Portugese staat om het begrotingsgat te vullen. Dit moest 8,3 miljoen euro opbrengen bij Christie’s, maar werd op het laatste moment verijdeld door een petitie van maar liefst negenduizend handtekeningen tegen de verkoop.

De zaak van de Fundación Carlos de Amberes is een bijzonder geval. De opbrengst van dertig miljoen euro is namelijk veel meer dan nodig is voor de Stichting om financieel uit de put te geraken. Een half miljoen zou volstaan. Daarom hoopt de Stichting op initiatieven vanuit de Beneluxlanden of privé-instanties in Vlaanderen. Door steun van Vlaanderen, kan de instelling een blijvende rol spelen als ambassadeur van Vlaamse kunst op Spaanse bodem.