Het Groeningemuseum in Brugge heeft er twee meesterwerken bij. Het werk van Belgische kunstenaars Joseph Denis Odevaere (1775 - 1830)  en Francois-Joseph Navez (1787 - 1869) vullen de collectie aan. Het museum vergroot hiermee de internationale uitstraling en bekendheid.

Naast het Arentshuis is het Groeningemuseum een vaste waarde voor tentoonstellingen rond schone kunsten in Brugge. Het Museum staat bekend om haar collectie Vlaamse Primitieven. Naast Van Eyck en Memling bezit het meesterwerken uit het Vlaams expressionisme en naoorlogse moderne kunst. Met werk van Odevaere en Navez wil het museum ook graag neoclassicistische werken tot pronkstukken van de collectie maken.

Groeningemuseum

Het kost geen grote moeite om te zien waarom het werk van Odevaere met zijn opvallende thematiek een gegeerd object is voor het Brugse museum. “Het schilderij is zo bijzonder omdat er een mythologisch narratief achter schuilt”, vertelt assistent curator Laurence van Kerkhoven. “Op het schilderij wordt Narcissus afgebeeld, een mythisch figuur, gebaseerd op de Metamorfosen van Ovidius. Het museum beschikte tot voor kort enkel over de portretkunst van Odevaere. Dit is het eerste werk van de Brugse kunstschilder dat met een mythologisch onderwerp tot de verbeelding van de toeschouwer spreekt. Het schilderij is van dergelijk hoog niveau dat het museum besliste om op een veiling in New York tot de aankoop over te gaan.”

De internationaal uitstraling van beide werken blijkt uit de invloed van andere neoclassicistische meesterwerken, onder meer via de Brugse kunstschilder Joseph- Benoît Suvée. Hij leverde baanbrekend werk in Parijs en Rome en verzekerde daarmee buiten de Belgische grenzen de roem van onze neoclassicisten. Odevaere ging onder andere bij Suvée in de leer, maar ook zijn concurrent Jean-Jacques David beïnvloedde Odevaere en Navez.

Joseph- Benoît Suvée

Naast meesters als Jean-Jaques David en Dominique Ingres, weet Navez zich als Belg met zijn virtuositeit en verfijnd kleurenpalet op de neoclassicistische kaart te zetten. Navez geniet internationale faam dankzij zijn studies in Parijs. Van Kerkhoven benadrukt de enorme verrijking voor het Groeningemuseum om een werk van die belangrijkste neoclassicist in bruikleen te hebben. Het schilderij wordt bovendien doelbewust naast het werk van François Kisoen tentoongesteld. De toeschouwer kan op die manier het vroeg-neoclassicistisch werk van Kinsoen met de latere portretkunst van Navez vergelijken. Niet enkel de mode en kapsel verschillen, maar ook de achtergrond is bij Navez in openlucht, een opvallend verschil met Kinsoen’s potretten. Het schilderij van Navez vormt daarmee een intrigerende juxtapostie met de overige meesterwerken in de museumzaal.