In de rubriek STROOMOPWAARTS verkent Tamara Beheydt de Belgische hedendaagse kunst. Haar oog valt op kunstenaars die, klimmend naar de top, tegen de stroom in durven gaan: met verrassende onderwerpen, met vernieuwende technieken of met pertinente vragen. Deze maand: Joost Vandebrug bij Ingrid Deuss Gallery.

Zes jaar lang volgde en documenteerde Joost Vandebrug (1982) het leven van Nicu. Door de ogen van die Roemeens dakloze jongen ervaarde de fotograaf en videomaker het bestaan van straatkinderen in Boekarest, waar hij zich tussen 2011 en 2018 in onderdompelde

Met deze ervaring en talloze beelden op zak, creëerde Vandebrug een documentairefilm, een reeks kleurenfoto’s en een reeks zwart-wit foto’s. Die laatste serie is te zien bij Ingrid Deuss Gallery in Antwerpen. De première van de film, in november 2019 in het Concertgebouw in Brugge, werd vergezeld van een presentatie van de kleurenfoto’s. De jongeren die Vandebrug volgde, leven onder de hoede van een man die zichzelf Bruce Lee noemt. Dat pseudoniem was de aanzet voor de titel van de film, Bruce Lee and The Outlaw, en geeft de personages een stoutmoedig karakter, alsof ze de hoofdrol in een actiethriller spelen. Het klinkt speels, maar stemt ook tot nadenken over de gevaarlijke omstandigheden waar de personages mee te maken krijgen.

Joost Vandenbrug

Het leven van Nicu in zwartwit

Ingrid Deuss Gallery presenteert de zwart-witte fotoreeks gebaseerd op het leven van Nicu. Die beelden ademen een heel andere sfeer; vanzelfsprekend door hun gebrek aan kleur, maar ook door hun uitvoering. In het bureautje achterin de galerie wordt de film discreet vertoond. Wellicht zullen vele bezoekers die missen, maar de fotoreeks staat heel sterk op zich. De titel van de tentoonstelling, When I Saw The Mountains For The First Time, I Thought They Were Clouds, is een uitspraak van Nicu. Hoewel de quote de finale versie van de film niet haalde, is het een sterke, sprekende titel. Het klinkt poëtisch, maar het geeft ook een persoonlijke inkijk in de belevingswereld van Nicu, zonder echt iets over zijn levensomstandigheden vrij te geven. De eerder dromerige uitspraak zou van elk kind afkomstig kunnen zijn, ongeacht zijn context.

Vandebrug maakte zijn afdrukken op traditioneel Japans washipapier (wa-shi betekent letterlijk ‘Japans papier’). Het is delicaat papier, gemaakt van vezels van een boomstronk. Dit geeft het een zachte, maar stevige uitstraling en een uitgesproken textuur. Het vervaardigen van dit papier – een eeuwenoude ambacht – is door Unesco beschermd als immaterieel erfgoed. Het kiezen van papier is een niet te onderschatten deel van het fotografisch proces. Het bepaalt hoe het beeld overkomt op de kijker. In dit geval is dat zeker van belang: het Japans papier geeft de werken, hoewel ze in edities bestaan, een unieke look.

Joost Vandenbrug

Plaats voor poëzie, vriendschap, schoonheid en verwondering

Als jonge kunstenaar liep Joost Vandebrug stage bij de gerenommeerde Nederlandse fotograaf Erwin Olaf (1959). Die laatste verklaarde op de opening van de tentoonstelling “erg trots” te zijn. In hun oeuvres zijn weinig gelijkenissen. Olafs werk is meestal gekenmerkt door een elegante, perfectionistische stijl; de beelden zijn vaak pijnlijk scherp, minutieus afgewerkt en strak gepresenteerd. De kunstenaar behandelde talloze thema’s, maar is een meester in het portret. Vandebrug daarentegen schildert – in dit geval – over een lange periode een verhaal, dat zich over meerdere beelden ontvouwt. Zijn foto’s zijn rauw en eerlijk. Ze tonen zijn meesterschap, maar hun lading en inhoud primeren.

Joost Vandenbrug

Een documentaire fotoreeks als resultaat van een langere periode in het voetspoor van een of meerdere personen, is op zich niet uitzonderlijk. Wereldvermaarde fotografen als Stephan Vanfleteren, Allan Sekula, Bruno Serralongue of Simon Lenskens deden het hem voor. Wat de reeks van Vandebrug zo bijzonder maakt, is de uitvoering van de beelden. De prints zijn vaak niet egaal, de kleur langs de randen wat uitgesmeerd of vlekkerig. De presentatie reflecteert op een unieke manier de inhoud van de beelden. Ze zijn gekreukt, grijs en vlekkerig, verfomfaaid. Ze zijn een metafoor voor dat wat ze afbeelden: een fragiel, schijnbaar onbetekenend en bij momenten duister leven. Het is, vooral in onze (West-Europese) ogen, een guur en grauw bestaan, waarin overleven een dagelijkse strijd is. Toch zijn de beelden van Vandebrug niet meelijwekkend, maar eerlijk. Ze schetsen een realiteit die anders is dan wat zijn publiek kent, maar waar evenzeer plaats is voor poëzie, vriendschap, schoonheid en verwondering.

Tentoonstelling

Joost Vandebrug, "When I saw the mountains for the first time, I thought they were clouds" loopt tot 25 januari bij Ingrid Deuss Gallery, Provinciestraat 11, Antwerpen.