Wie een museum bezoekt, wil graag boeiende, verrijkende en aangename ervaringen opdoen. Men verwacht er op een directe manier in contact te komen met de tentoongestelde objecten, die in de beste toestand worden gepresenteerd. Het museum als uitstalkast van het verleden en het heden, plaats voor bewondering en verwondering; de natuur, de mens en zijn voortbrengselen vlekkeloos geëtaleerd.
De geschiedenis geordend en zonder spatjes, het heden bevattelijk en mooi gekaderd. Kortom: de dingen afgestoft en op hun zondags. In deze wereld past geen Rubens met een kras, doorgeroeste old-timer of opgezette viervoeter met maar drie poten. Daarom is al dat zeldzaams, leerrijks- en kostbaars toch aan musea toevertrouwd; die moeten er voor instaan dat het nog een eeuwigheid mee kan gaan. Of niet soms?