Nog nooit heeft iemand een sluitende definitie voor een kunstwerk gegeven. Wèl kunnen we zeggen dat, althans wat de vrije kunsten in West-Europa betreft, originaliteit steeds maar vooral sedert de Romantiek, een belangrijk element is geweest. Wanneer we met een kunstwerk geconfronteerd worden, is het daarom bijzonder verhelderend zich eens af te vragen in hoeverre we met een originele schepping te maken hebben en zo ja, waaruit dat originele van die schepping dan al zo blijkt. Zo gauw we nu over het begrip origineel gaan nadenken, blijkt het dat er zeer verschillende betekenissen aan gegeven kunnen worden.

Allereerst kunnen we zeggen, dat in ons geval Watteau's schilderij origineel is in zoverre als het een bepaald ding is waarvan geen tweede exemplaar bestaat. Dat is een originaliteit, die voor ons niet interessant is, want elk ding is tenslotte anders dan een ander ding. Ook het begrip origineel in de zin van 'nieuw' is hier onbruikbaar: 

Een nouveauté op de uitvindersbeurs is geen kunstwerk.

Als we het over origineel in verband met een kunstwerk hebben, bedoelen we eigenlijk: oorspronkelijk, d.w.z. getuigenis gevend van een eigen, authentieke interpretatie van de werkelijkheid, waarbij originele vormen niet eens altijd zo belangrijk zijn. Bekijken we het schilderij van Watteau en hebben we daarbij enig weet van de werken, die Watteau in zijn tijd gezien moet hebben, dan is het eigenaardig te ontdekken, dat Watteau in dit schilderij nota bene vrij letterlijk gebruik gemaakt heeft van een ets van Rembrandt uit 1642, getiteld de 'Uilenspiegel' (afb). We zien dat de figuur van de fluitspelende jongen rechts op Watteau's schilderij nagenoeg identiek is aan de figuur op Rembrandts ets. We zien ook dat het onderwerp van de ets van Rembrandt, die van een opvallend arcadische stemming getuigt, Watteau weliswaar heeft aangesproken maar dat hij toch de fluitspelende jongen in een geheel nieuwe context heeft geplaatst. Daarbij heeft hij een oorspronkelijk werk tot stand gebracht, dat geheel past in het beeld, dat wij ons mede door de andere werken die wij van hem kennen, hebben kunnen vormen. Het oeuvre van Watteau geeft blijk van een grote oorspronkelijkheid, wanneer we het zien tegen de achtergrond van de ontwikkeling in de kunst in Frankrijk tijdens het eerste kwart van de 18de eeuw.

Watteau, die geboren werd in 1684 in Valenciennes, was van eenvoudige Vlaamse afkomst. Rond 1702 kwam hij in Parijs, waar hij in zijn levensonderhoud voorzag door het kopiëren van 17de-eeuwse Hollandse meesters, waaronder Gerard Dou; een weinig originele bezigheid dus. De grote bloei van de Vlaamse en Noord-Nederlandse schilderkunst was toen Watteau begon te schilderen nog maar nauwelijks voorbij. Hobbema stierf pas in 1709 en Rembrandts laatste leerling Aert de Gelder in 1727. In Parijs, waar Watteau les kreeg van Gillot en Audran, leerde hij de wereld van het theater, de muziek en de literatuur kennen. In het huis van de bankier-verzamelaar Crozat, waar Watteau een onderkomen vond, moet hij onder de meer dan 500 schilderijen en bijna 20.000 tekeningen menig werk van Rubens, Rembrandt, Van Dijck en Titiaan gezien hebben.

Jean Antoine Watteau - Avondlandschap met spinster

Jean Antoine Watteau - Avondlandschap met spinster

Zoals ook uit ons schilderij blijkt, laafde Watteau zich aan de werken van zijn belangrijkste voorgangers. Wij zien dit vaak bij grote kunstenaars: in hun oorspronkelijke kijk op de wereld schamen zij zich niet gebruik te maken van de vondsten van anderen. Het kan ook niet anders; Watteau leefde, evenals wij zelf, in een bepaalde traditie. De talloze briljante tekeningen, die wij van Watteau kennen, laten daarentegen tevens zien welk een enorm observatievermogen hij aan een grote realiteitszin wist te paren. In zijn schilderijen evenwel breekt al vroeg de sfeer van een verdroomde fantasiewereld door, die gaat samenspelen met een op de realiteit gegrondveste observatie en met uit de traditie afkomstige elementen. Op ons schilderij - dat omstreekt 1716 werd gemaakt - is het spinstertje weergegeven op een wijze, die herinneringen aan de 17de-eeuwse Nederlandse genreschilders, zoals Ter Borch, oproept. Anderzijds bezit de voorstelling als geheel, mede door het poëtische verschiet, niet meer de nuchterheid en klare realiteitszin, die veelal het werk van onze 17de-eeuwse meesters kenmerkt.

De oorspronkelijkheid van Watteau's werk moet men zoeken in het gebied tussen fantasie en werkelijkheid. Het karakteristieke genre dat door Watteau in de mode is gekomen is de schildering van de 'fêtes galantes'. Het zijn afbeeldingen van ontmoetingen van uiterst verzorgd geklede jonge mannen en vrouwen, in een theaterachtige of arcadische omgeving, waarbij het vermaak wordt gevormd door conversatie, dans en muziek.

Het zijn rituelen van de liefde uit de tijd van Watteau; de jeugd kent heden ten dage andere rituelen, voor buitenstaanders soms onbegrijpelijke en wellicht, niet vrij van melancholie en triestheid. De welgestelden uit Watteau's tijd verborgen hun gevoelens achter een masker van elegante vrolijkheid of achter het spel van een onwerkelijke arcadische wereld, zoals op het Rotterdamse schilderij. Zoals geen ander, heeft Watteau bepaalde inhouden van zijn tijd gestalte gegeven. De uiterst delicate en hoogst originele sfeer van zijn werk wordt men pas met recht gewaar als men het vergelijkt met de schilderijen van zijn oppervlakkige navolgers Pater en Lancret. Watteau's werk behoort tot de geniaalste uitingen van de Franse beschaving. Zijn veelzijdigheid was opmerkelijk. Wij kennen veel detailstudies van hem, die hij soms letterlijk in zijn galante voorstellingen overnam, verder enkele naaktstudies - het merendeel werd door hem op het laatst van zijn leven vernietigd -, landschappen, dierstudies, militaire voorstellingen, oosterlingen en portretten.

Watteau behoort tot die werkelijk grote kunstenaars, die bij het Nederlandse publiek te weinig bekend zijn en dientengevolge te weinig gewaardeerd worden. In Nederland zijn wij bovendien zo lang onder de invloed gebleven van de schilderkunst uit onze 'Gouden Eeuw', dat wij nauwelijks oog hebben kunnen krijgen voor de kwaliteiten van deze zo jong gestorven grootmeester uit de Franse schilderkunst. Hoewel de schilder tijdens zijn leven weinig waardering ondervond, werd zijn werk in de loop van de 18de eeuw in Frankrijk en spoedig daarbuiten vooral door vorstelijke collectioneurs verzameld. De galante wereld van Watteau's personages is echter wezensvreemd aan het Hollandse karakter zodat zijn werk in Nederland een zeldzaamheid is gebleven.

Het hier besproken schilderij, dat afkomstig is uit de verzameling van Beuningen, is dan ook het enige schilderij van Watteau in Nederlands bezit.

Download hier de pdf

Jean Antoine Watteau - Avondlandschap met spinster