Over de geschiedenis en de organisatie van de Biënnale kon U al meer vernemen in de vorige OKV-Plus, maar wat is er nu eigenlijk te zien op deze editie?

Traditiegetrouw zit het gros van de deelnemende landen bijeengepropt in de Ciardini (de paviljoenen) en het Arsenale (waar de grote thema-tentoonstelling loopt). Daarnaast zijn er nog een flink aantal landen die zich in een paleis ergens in de stad genesteld hebben.
Het thema van deze 49ste Biënnale is deze keer 'Plateau der mensheid'. Harald Szeemann koos deze titel om aan te geven dat er deze keer eigenlijk geen bindend thema is, dat iedere kunstenaar vrij
is om zijn onderwerp te bepalen. Dat zoiets niet altijd even goed uitdraait moge al van meteen duidelijk wezen.

Het Arsenale

Arsenale, Ron Mueck, Boy

Ron Mueck, Boy

In dit voormalige militaire bolwerk heeft de stad Venetië sinds een paar jaar een schitterend onderkomen gevonden voor zijn tweejaarlijkse kunstmanifestatie. Vooral de 300 meter lange centrale gang van de corderia, de voormalige touwmakerij, is zonder meer indrukwekkend. En het allereerste werk dat je te zien krijgt is dat zeker ook! Ron Mueck realiseerde er een reusachtig kind. De enorme jongen zit gehurkt en doet zelfs tot in de kleinste details zeer levensecht aan.

Zwaar onder de indruk van dit werk komt men dan in de lange centrale gang en ....tja, en wat eigenlijk? Allemaal hokjes. Een lange, eindeloze rij hokjes. Video doet het nu eenmaal beter in het donker en dat zal je als bezoeker geweten hebben ook! Zeker de helft van alle werken in het Arsenale hebben op een of andere wijze met video te maken. Op zichzelf hoeft dat geen probleem te zijn, een video-installatie doet het meestal wel goed op een dergelijke manifestatie. Daar loop je doorheen of die onderga je. In deze hokjes, waar vaak alleen maar een videofilm getoond wordt, zit je na een uur als een zombie te staren  naar het zoveelste werkstukje. Niks tegen de video, maar in deze context werkt het van geen kanten. Een snelle  berekening van de totale speelduur van alle films samen brengt ons op zo'n 23 uur! Dat brengt niemand op.

Een paar werken zijn van een zodanige kwaliteit  dat je wél de totale speelduur uitzit, maar ze blijven een strikte minderheid. Chris Cunningham realiseerde 2 video's waarin tederheid en geweld vlijmscherp tegenover mekaar geplaatst worden. In het eerste deel zien we een man en een vrouw die elkaar tot bloedens toe slaan om uiteindelijk heel verliefd in mekaars armen te vallen. Brutaal, gemeen, keihard, maar vooral ook zeer ontroerend. Het tweede deel laat ons een vrouwelijke robot zien, die de liefde ontdekt  maar uiteindelijk moet aanvaarden dat ze de echte intimiteit  nooit zal leren kennen. Vooral het tweede deel, met muziek van Björk en met haarzelf in de hoofdrol als robot, is bloedstollend mooi!

Ook Georgina Starr weet de toeschouwer in het hart te raken. Letterlijk dan! Ze toont een modeshow waarbij ieder model dat op de catwalk verschijnt  meedogenloos wordt neergeschoten.  De bebloede kleren bleven liggen als bewijs. Je kijkt ernaar en je bent er even niet goed van. Verder wordt het allemaal al snel anekdotisch. Aardige vondsten, maar beklijven doet het allemaal niet. De 'Uomoduomo' van Anri Sala, een man die in slaap valt in de kathedraal van Milaan, is daar zo'n voorbeeld van. Het filmpje duurt zo'n minuut en wordt eindeloos herhaald.

Een kleine praktische hindernis is ook nog wel de warmte. Van het moment dat de temperatuur de 25 graden overstijgt, wat in Venetië nu wel meer gebeurt, zijn deze videohokjes echte sauna's. Leuk is anders. Dit is geen pamflet  tegen het gebruik van video of film in de kunst, het is nu eenmaal één van de nieuwe media, maar als je het aanpakt zoals in het Arsenale, alles netjes op een rij, kan je evengoed een goed ingerichte filmzaal ter beschikking stellen  en de werken daar tonen. Waarom het op deze manier moet blijft me een raadsel.

Chris Cunningham, Passion/Hate,  Arsenale

Chris Cunningham, Passion/Hate

De Giardini

De landenpaviljoenen toonden deze keer vooral veel... juist ja! Video! Hoewel minder prominent aanwezig dan in het Arsenale, was de tendens toch duidelijk: ook het voormalige Oostblok heeft zich volop in de film gestort. Wat opvalt is dat het Belgische paviljoen, met Luc Tuymans (zie ook OKV Plus 2) een zeer prominente rol opeist! Mooi opgehangen werken met in de zijzalen enkele zeer goed gekozen oudere werken maken er een mooi en zeer sereen geheel van. Wat dan weer niet kan gezegd worden van het Italiaans paviljoen.

Normaal gezien toch het paradepaardje van de Giardini. Er bevinden zich best knappe werken in de zalen, maar het geheel komt nogal rommelig over. Opvallend is wel dat de fotografie hier met de meeste eer gaat lopen. Cristina Garcia Rodero toont een reeks foto's van Voodoo-rituelen. Zonder meer indrukwekkend. De koude, bijna steriele foto's van Lucinda Devlin die overal in de Verenigde Staten de terechtstellingskamers ging fotograferen vormen een macaber maar schitterend geheel. Zeker ook omdat ze in de kelders van het paviljoen hangen. Paul Graham bezocht dan weer een ander soort kamers: toiletten. Hij toont ons de (vaak gore) lectuur die men doorgaans in de herentoiletten wel kan terugvinden.

Maar de grote namen, en zoveel zijn het er ook weer niet, ontgoochelen toch. Het geheel dat Cy Twombly laat zien is zonder meer zwak en ruikt meer naar commercie dan naar inspiratie. Alleen Marisa Merz weet echt te overtuigen met haar kleine ceramieken hoofdjes die je her en der ziet staan en die zich in een soort van tijdloze beweging naar de hemel richten. Mooi!

De andere paviljoenen bieden een zeer gevarieerde aanblik, maar echte uitschieters zijn er ook hier zelden. De Belgen, we zeiden het al. En de Canadezen, zonder twijfel. Een video-installatie (jawel) van George Miller en Janet Cardiff, waarbij je in een theatertje plaatsneemt met een koptelefoon. Terwijl de film loopt hoor je allerlei commentaren van de mensen 'rondom' je, die chips willen, die zich afvragen of de gasbrander wel uit staat, gsm's die rinkelen, gekuch, gehoest. De hele tijd vraag je je af of het echt gebeurt of alleen in je koptelefoon. Enig nadeel is dat deze installatie slechts 10 mensen per keer kan hebben, met wachttijden die aardig oplopen dus.

Het best daarin zijn deze keer de Duitsers. Gregor Schneider bouwde het Duitse paviljoen om tot een gewoon woonhuis. Enig nadeel: je mag er telkens maar per twee in. Voorwaar een briljant idee op een tentoonstelling waar per dag enkele duizenden mensen rondlopen! En dan ja, de Engelse bijdrage. Waanzinnig mooi in zijn eenvoud. Het Engelse paviljoen is één van de grootste en indrukwekkendste gebouwen in de Giardini. Maar deze keer liet men de centrale hal gewoon leeg. Of beter, bijna leeg. Centraal staat een naakt wassen beeld met een doornenkroon: Ecce Homo, ziedaar de mens. Met zijn figuur leverde Mark Wallinger één van de opmerkelijkste bijdragen van heel de Biënnale. eenvoudig, pakkend, confronterend.

De bijdragen in de stad.

Traditioneel zijn een aantal landen vertegenwoordigd buiten het vroegere tentoonstellingsterrein. Her en der verspreid in de stad huren zij vaak schitterende locaties af om hun kunstenaars voor te stellen. Onnodig te zeggen dat een bezoek aan deze tentoonstellingen de moeite waard is. 

Vlakbij San Marco, in het Palazzo delle Progioni, 'zitten' sinds een paar jaar de Taiwanese kunstenaars. Hun bijdrage is altijd opvallend en origineel en dat is deze keer niet anders. Rond het thema 'Living Cell' bouwden zij vier installaties op, die de mens in 'hokjes' stoppen. Opmerkelijk is het wel. De vloerinstallatie met hologrammen, een ontwerp van Shi-min-Lin, waardoor je het idee hebt dat je over een bijenraat met mensen loopt, is alvast een heel erg bevreemdende ervaring. 

Vlakbij zijn ook werken uit Signapore te zien, in de Schola Santa Apollonia. Uitschieter en blikvanger daar is de installatie van Suzann Victor, die vier kleine luchters aan een stang heen en weer doet zwieren tot ze bijna een grote centrale kroonluchter raken, die van glas is, toch hét exportproduct van Venetië. 

Zeker ook het vermelden waard is de tentoonstelling van de Portugezen, in het Palazzo Vendramin, waar João Penalva te gast is. Hij ging zeer lyrisch te werk met veel zwart-wit beelden van de 19de eeuwse componisten. In de grote centrale salon wordt een film getoond die enkel en alleen het zicht op een meer toont, bekeken vanop de steiger.  Klinkt saai maar is het niet. Terwijl je kijkt hoor je een vrouw een brief voorlezen waarin een man haar schrijft waarom hij wegging naar Amerika en waarom hij ook zal terugkeren. Een heel mooie tekst die er in slaagt je de volle 15 minuten te laten uitzitten.

 Georgina Starr, Shin-Fen Liu, Lunatic Asylum, Cristina Garcia Rodero, Voodoo-Rituals, Arsenale

Links:  Georgina Starr, z.t.

Rechts boven: Shin-Fen Liu, Lunatic Asylum

Rechts onder: Cristina Garcia Rodero, Voodoo-Rituals

Besluit

In vergelijking met de vorige keren is deze Biënnale wat rommeliger, valt ze ook wat tegen eigenlijk. Dat ligt eerder aan het ontbreken van een duidelijke visie dan aan de bijdragen zelf. Iedereen de vrijheid laten lukt  dus duidelijk niet binnen een concept als dit. Maar ook een ander probleem dringt zicht nu al sinds een paar edities op. Heeft het eigenlijk wel zin om een kunstmanifestatie  van dit kaliber om de 2 jaar te organiseren? Is de interval van vier jaar die Documenta gebruikt niet veel zinvoller? En ook, is met het gebruik van allerlei nieuwe media het nog langer verantwoord binnen een zo strikte begrenzing als de Giardini en het Arsenale te werken?

Met het oog op de 50ste Biënnale binnen twee jaar zal men de formule nu niet wijzigen, dat staat wel vast. Jan Hoet werd trouwens al aangezocht om die jubileumeditie te maken. Maar als men er nog eens 50 edities wil aan toevoegen dan zal het hokjesdenken toch echt plaats moeten maken voor een meer open en vernieuwend concept.

Download hier de pdf

De Biënnale van Venetië.pdf