Prof. Dr. Em. Frans Van Molle (°1924-†2003) was licentiaat Moderne Geschiedenis (1948), licentiaat Kunstwetenschappen (1950) KU Leuven met als Doctoraat Kunstwetenschappen (1957) het proefschrift over Leuvense edelsmeden tijdens het Ancien Régime. Vanaf 1952 tot 1965 was hij verbonden aan het KIK (Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium) te Brussel, eerst als wetenschappelijk medewerker en vervolgens als adjunct-directeur; hij had er onder meer de leiding van het fotoarchief. Vanaf 1957 doceerde hij tevens aan de KU Leuven, eerst deeltijds als lector en vervolgens buitengewoon docent, vanaf 1965 voltijds als gewoon hoogleraar. Hij doceerde onder meer de colleges Methodiek, Technologie van de Kunst, Laboratoriumonderzoek, Museumkunde en de cursussen over de ‘artes minores’ (burgerlijk en kerkelijk meubilair, edelsmeedwerk). Gaandeweg specialiseerde hij zich in de studie van de sierkunsten in de Nederlanden voor kerkelijk en burgerlijk gebruik: meubelen, zilver, brons, koper, tin, glas, aardewerk. Daartoe richtte hij in 1971 het Seminarie Artes Minores op dat onder meer een publicatiereeks verzorgde. Hij verstrekte talloze malen advies aan musea, kerken, antiquairs en private verzamelaars en werkte mee aan talrijke tentoonstellingen in binnen- en buitenland. Hij was o.a. lid van de Koninklijke Academie voor Oudheidkunde van België, het Duitse Verein für Kunstwissenschaft en de Academie Leonardo da Vinci in Rome; hij zetelde in de Commissie voor Monumenten en Landschappen en was ereburger van de stad Aarschot. Foto © Leen Van Molle