Deze periode in de Brugse kunstgeschiedenis werd in het verleden eerder stiefmoederlijk behandeld. Daarbij verschaffen verschillende invalshoeken, gedurende de laatste decennia, aan de kunstwetenschap andere, boeiende studieobjecten. Alleen al materiële onderzoeksdomeinen zoals röntgenopnamen en de infraroodreflectografie, waarbij doorheen de verflagen de onderliggende tekening kan bekeken worden, hebben heel wat geheimen prijsgegeven. Uitgaande van diverse vraagstellingen werd met verschillende buiten- en binnenlandse collega's de haalbaarheid van het project besproken. In dit geval konden we op heel wat interesse rekenen.
Na deze eerste verkennende fase diende de hele organisatie te worden opgestart. Een dergelijke onderneming is het werk van een uitgebreide ploeg en heeft verschillende aspecten, die door allerlei specialisten tot een goed einde gebracht dienen te worden. Voor een dergelijk opzet worden partners gezocht. Deze rol werd aanvaard door de provincie West-Vlaanderen, Toerisme Vlaanderen en de 'Vrienden van de stedelijke musea'. Zij leveren een grote bijdrage door het ter beschikking stellen van hun diensten. De 'Vrienden' bijvoorbeeld hebben sponsors gezocht en gevonden. Zij zorgen voor het budget 'publiciteit' en nemen ook de merchandising voor hun rekening.
Zij beschikken over talrijke en enthousiaste vrijwilligers die inspringen voor verschillende taken. Ditmaal werd geopteerd om verschillende comités in het leven te roepen. De eindverantwoordelijkheid is in handen van de hoofdconservator, de coördinatie gebeurt door een zogenaamde tentoonstellingscommissaris. Een overzicht van alle vorderingen wordt gegeven in het directiecomité, waar de verantwoordelijken van de stedelijke diensten elkaar ontmoeten.
Een eerste sub-comité is het promotie-comité, dat de promotiestrategie bepaalt. Dergelijke ondernemingen vergen een groot budget . Alleen al de verzekeringen, systemen voor de goede bewaring van de werken en het vervoer kosten enorm veel. leder werk wordt immers begeleid door een vertegenwoordiger van het museum of van de collectie. Indien zij van over de oceaan komen is de internationale afspraak dat hen enkele nachten logies wordt aangeboden vooraleer ze de terugreis aanvatten. Indien mogelijk reist het werk samen met de koerier in de vliegtuigcabine. Indien het transport per vrachtwagen gebeurt, rijdt de begeleider of volgt met een auto. Gezien het hoge prijskaartje is het eigenlijk normaal dat de overheid tracht onkosten te recupereren, onder meer via het verstrekken van informatie langs verschillende kanalen, zodat het publiek ingelicht wordt over wat er staat te gebeuren.
Logo en aanwezigheid van reclame in het stadsbeeld zijn belangrijk. Het kan echter nooit de bedoeling zijn om tentoonstellingen te maken enkel gericht op hoge bezoekersaantallen; ook verenigingen plannen hun activiteiten graag lang vooraf.
Dank zij Toerisme Vlaanderen en de eigen Dienst voor Toerisme werd de gelegenheid geboden om in het buitenland persconferenties te verzorgen, zoals in Londen, Rijsel, Milaan, Amsterdam en Parijs.
Er is ook een operationeel comité bestaande uit een cel 'organisatie' en een 'financiële' cel.
Het technisch comité staat in voor de opbouw, de contacten met de politie en met de brandweer.
Eén van de belangrijkste comités is het kunsthistorisch comité met leden van de eigen wetenschappelijke staf, maar ook met specialisten van buitenaf, zoals Dr. Paul Huvenne, directeur van het Koninklijk Museum voor Schone kunsten in Antwerpen en professor Dr. Max P.J. Martens, hoofddocent aan de Rijksuniversiteit in Groningen. Eerst en vooral wordt er een werkdocument opgesteld met de thema's waarrond er wordt gewerkt. Verschillende specialisten uit binnen- en buitenland werden gecontacteerd om hun medewerking te verlenen.