In 1995, wanneer Brugge zich kandidaat stelde om tot Culturele Hoofdstad van Europa in 2002 te worden uitverkoren, reageerden veel buitenstaanders hier nogal meewarig op. Want wat had deze stad, of moet ik zeggen openluchtmuseum, nu nog te bieden dat al niet platgetreden was door horden toeristen? Toen ook nog bleek dat één van de pioniers en voortrekkers voormalig minister-president Luc Van den Brande het jaar 2002 verbond met het, nog bekend uit stoffige geschiedenisboeken, magische 1302 leek de stap van cultuur naar folklore en nostalgie al gezet. En toen de stad, na een lange procedure, de titel in 1998 kreeg toegewezen luidde men de Triomfklok van het Belfort en werd er menig feestje gegeven.
Vol vertrouwen en ook wel met een zekere overmoed werd er gestart met een voorbereidend rapport. Het jaar 2002 zou snel voor de deur staan.
En voorwaar: eind september werd officieel het programma van het cultuurjaar aan de pers voorgesteld. Het moet ongeveer een record zijn: vijf maanden voor de officiële opening al uitpakken met een -zo goed als -kant en klaar programma. Uit een 800-projectvoorstellen en met een budget van om en bij de 200 miljoen werd een -zeg maar -indrukwekkend programma uitgewerkt.
Eigenlijk begint het al met de programmabrochure. Op het eerste zicht lijkt het eerder een onoverkomelijke brok literatuur dan een handige overzichtelijke brochure. Maar schijn bedriegt want de creatieve krachten achter Brugge 2002 hebben het bijzonder originele en verrassende idee gehad om fragmenten uit het gedicht 'Op een Dag' van Peter Verhelst als leidraad en als inspiratiebron voor de programmering te gebruiken. Het gedicht is als het ware het bindmiddel dat ervoor zorgt dat het culturele jaar meer wordt dan een onsamenhangend geheel van honderd en één activiteiten.
En het werkt! Aanvankelijk sta je een beetje afkerig tegen de opbouw van deze brochure -want ze vergt een zekere inspanning van de lezer -maar al lezende krijg je massa's relevante informatie over de stad, kunst en kunstenaars en ook over de makers hun opvatting over wat een Culturele Hoofdstad kan zijn. Grenzen tussen verschillende kunstdisciplines vallen op deze manier weg en daar kan de vooringenomen bezoeker op zijn ontdekkingstocht doorheen 2002 alleen maar zijn voordeel uit halen. Maar geen nood als dit je allemaal onoverkomelijk ver gezocht lijkt: wie gewoon gerichter informatie wil, vindt deze achteraan waar u zowel een kalender vindt die u vertelt wat, waar en wanneer iets doorgaat, als een overzicht per discipline.
De festiviteiten starten op 20.02.2002 om 20.00 u. Op dat moment worden alle stadspoorten opengegooid en zal de stad een jaar lang ondergedompeld worden in een cultureel bad van muziek, film, podiumkunsten, tentoonstellingen, literatuur en architectuur. De tentoonstelling 'Jan van Eyck, de Vlaamse Primitieven en het Zuiden (1430-1530) in het Groeningemuseum (van 15 maart tot 30 juni) wordt ongetwijfeld de grote publiekstrekker van het voorjaar. De stad staat bekend als bakermat van de Vlaamse Primitieven maar zowel de kunstenaars als hun werken zwerfden vaak rond doorheen heel Europa van Noord naar Zuid en beïnvloedden elkaar. We weten dat Jan Van Eyck veel heeft rondgezworven in Spanje en Portugal om te werken maar ook om plaatselijke kunstenaars te ontmoeten. Het is nu juist de bedoeling van deze tentoonstelling om deze boeiende wisselwerking bloot te leggen. Naast topwerken als het beroemde altaarstuk 'Madonna met kannunik Van der Paele' van Jan van Eyck worden ook tal van internationale collecties aangesproken.